Werkgevers hebben in 2004 bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) voor ruim 90.000 werknemers een ontslagaanvraag ingediend. Dat is een stijging van 5 procent ten opzichte van 2003. In 84 procent van de afgehandelde aanvragen (bijna 82.500) werd een ontslagvergunning verleend, dat is 7 procent meer dan in 2003. Via de kantonrechter bedroeg het aantal verzoeken tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst 72.000. In vergelijking met 2003 is dat een daling met 8 procent. Dit betekent dat er in 2004 in totaal ongeveer evenveel ontslagaanvragen en ontbindingsverzoeken zijn ingediend als in 2003. 

Dit blijkt uit de Jaarrapportage Ontslagstatistiek 2004 die minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Uit de rapportage blijkt dat er vooral sprake was van een toename van ontslagaanvragen om bedrijfseconomische redenen (plus 10 procent). Het aantal ontslagaanvragen wegens arbeidsongeschiktheid nam daarentegen af met 9 procent.  
 
Van alle aanvragen om bedrijfseconomische redenen werd bijna een kwart (22 procent) via de zogeheten verkorte procedure afgehandeld. Deze verkorte procedure is ingevoerd met de Wet flexibiliteit en zekerheid. De behandeling door CWI van een ontslagaanvraag kan versneld worden als een werknemer bij bedrijfseconomisch ontslag een verklaring van geen bezwaar indient.  
 
Ontslag kan op vier manieren plaatsvinden: van rechtswege (bijvoorbeeld bij afloop van een tijdelijk contract), met wederzijds goedvinden, via een procedure bij het CWI of via de kantonrechter. Vooral de sectoren industrie, handel, banken en (semi)overheid dienden ontslagaanvragen in. 
 
bron:SZW

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular