Het kabinet wil doorgaan met de aanbesteding van het streekvervoer en
het openbaar vervoer in kleine en middelgrote steden. Op dit moment is
circa veertig procent aanbesteed.
Per 1 januari 2007 wordt aanbesteding verplicht gesteld voor al het
openbaar vervoer in deze categorie. Binnenkort valt ook een besluit
over de gemeentelijke vervoersbedrijven in de vier grote steden. Uit
een evaluatie blijkt dat de aanbestedingen tot nu toe goed verlopen.
Het kabinet heeft wel besloten tot enige aanpassingen in het huidige
beleid.  
 
De Wet personenvervoer 2000 (WP 2000), die sinds 1 januari 2001 van
kracht is, regelt dat decentrale overheden het openbaar vervoer in hun
regio opdelen in concessies en vervolgens aanbesteden. Op dit moment
zijn die aanbestedingen nog niet verplicht. Het kabinet constateert op
basis van een evaluatie dat de aanbesteding in de praktijk over het
algemeen leidt tot hogere kwaliteit, een groter aanbod, nieuwer
materiaal en betere reisinformatie. De vervoersbedrijven blijken
bovendien efficiënter te werken, waardoor provincies en regio's
goedkoper uit zijn voor het openbaar vervoer. Gemiddeld gaat het om een
besparing van tien àƒÆ’  twintig procent.  
 
De ministerraad heeft op voorstel van minister Peijs van Verkeer en
Waterstaat besloten het aanbesteden te vergemakkelijken. Om te beginnen
krijgen gemeenten en provincies een jaar extra de tijd. De
oorspronkelijke ingangsdatum was 1 januari 2006. Daarnaast wordt de
concessieduur verruimd van zes naar acht jaar. Decentrale overheden
krijgen daarmee de mogelijkheid om de prestaties van het
gecontracteerde vervoersbedrijf tussentijds te evalueren. Tot slot zijn
uitzonderingen vastgesteld die gevrijwaard zijn van de
aanbestedingsplicht. Het gaat om sommige overgangssituaties en om
vernieuwingen die door een aanbestedingsplicht belemmerd zouden worden,
zoals lightrail.

Bron: Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular