Commissie Tegemoetkomingen bij rampen en calamiteiten 
adviseert minister Remkes van Binnelandse Zaken en
Koninkrijksaangelegenheden een fonds in te stellen als vangnet voor
schade na rampen. Voorzitte van de commissie is Harry Borghouts,
commissaris van de Koningin in de provincie Noord Holland.

Slachtoffers van rampen moeten in de eerste plaats hun schade vergoed
krijgen uit verzekeringen en door de veroorzakers van een ramp
aansprakelijk te stellen. En wie zichzelf niet verzekert terwijl dat
wel kan, moet na een ramp geen beroep doen op de overheid. Als vangnet
moet er een fonds komen om de schade van slachtoffers na een ramp te
vergoeden.
 Dit zijn de belangrijkste aanbevelingen van een
commissie aan minister Remkes (Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties). Voorzitter van deze Commissie Tegemoetkomingen
bij rampen en calamiteiten (CTRC) was H.C.J.L. Borghouts, Commissaris
van de Koningin in Noord-Holland. Hij heeft het advies 7 maart aan
Remkes aangeboden.
Volgens het advies van de commissie moet er een
speciaal fonds komen om schadevergoedingen na een ramp te regelen. Het
gaat daarbij vooral om letselschade: gederfde inkomsten en kosten van
hulp en aanpassingen. Andere vormen van schade (inboedel en opstal,
medische kosten) kunnen al door verzekeringen gedekt worden.

Het
fonds moet voorkomen dat slachtoffers van een ramp met lege handen
achterblijven. De sociale voorzieningen compenseren voor mensen met een
baan niet alle schade bij arbeidsongeschiktheid na een ramp. En voor
scholieren, studenten en mensen zonder baan is er geen voorziening die
na een ramp hun gederfde toekomstperspectief goedmaakt.

Volgens de
commissie-Borghouts moet het fonds ook uitkeringen geven voor de eerste
nood, en voorschotten geven vooruitlopend op schadevergoedingen of
verzekeringsuitkeringen die pas veel later definitief worden
vastgesteld. Het fonds moet in juridische procedures namens
slachtoffers kunnen optreden.
 Het fonds moet ook het verlies
van inkomen van slachtoffers na een ramp voor 60 àƒÆ’  80 procent
compenseren, tot een bepaald maximum.

Bedrijven die een extra
risico vormen, moeten zich goed verzekeren of voldoende geld achter de
hand hebben om schades te vergoeden. Het gaat hierbij bjvoorbeeld om
bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen, maar ook om organisaties
waar heel veel mensen in een kleine ruimte bijeen komen, zoals
discotheken, festivals, congressen en sport- en dansevenementen. Bij
het verlenen van vergunningen aan dit soort bedrijven en evenementen
moet al naar de verzekering tegen calamiteiten gekeken worden.

Als
mensen zichzelf niet of te weinig tegen schade verzekeren, hoeft na een
ramp de overheid niet bij te springen. Alleen in zeer uitzonderlijke
gevallen is er dan een rol voor de overheid: als het risico bijna
ondenkbaar was of de schade extreem hoog is. Want waarom zou iemand die
zich niet goed verzekert na een ramp met vele slachtoffers wel geld van
de overheid krijgen, en niet na bijvoorbeeld een klein verkeersongeval
met dezelfde ingrijpende gevolgen? De overheid moet mensen wel goed
voorlichten over de noodzaak verzekeringen af te sluiten.
 

Voor
schade na natuurrampen als overstromingen of aardbevingen is meestal
niemand aansprakelijk. Soms is het ook onmogelijk daar een verzekering
tegen af te sluiten. De commissie-Borghouts adviseert dat de overheid
het zoveel mogelijk stimuleert dat er verzekeringen tegen dit soort
rampen komen, bijvoorbeeld door als herverzekeraar op te treden.
 

Voor
het vaststellen van de schade na een ramp adviseert de commissie vaste
tabellen voor verschillende soorten schade te hanteren. Dit versnelt de
afhandeling van schades en voorkomt langdurige juridische procedures.
Ook voor het verlies van inkomen kunnen er zulke tabellen komen. Los
van deze standaardtabellen houden slachtoffers echter altijd de
vrijheid hun werkelijke schade via juridische procedures te claimen.
Zij lopen dan wel het risico dat zij de kosten van deze procedures zelf
moeten betalen, tenzij de rechter uiteindelijk anders bepaalt.

Voor
bedrijfssectoren als de landbouw vindt de commissie dat er eigen
voorzieningen of verzekeringen ontworpen moeten worden, zoals tegen
oogstschade. De kosten hiervan komen voor rekening van de
bedrijfssector zelf als normaal ondernemingsrisico.

Een speciaal
instituut zou alle kennis over aansprakelijkheid en schadevergoeding na
een ramp of calamiteit moeten bundelen, vooral als het gaat om
letselschade. Het bestaande Asbestinstituut is hiervoor een goed
voorbeeld.

Bron: Ingezonden bericht

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular