Meer aandacht voor het belang van de klant bij het ontwikkelen van financiële
producten leidt bij de verkoop van het product tot minder problemen. Door risico's bij de productontwikkeling te onderkennen zijn klanten beter af en kunnen banken hogere kosten en eventuele reputatieschade vermijden  Dit concludeert de Autoriteit Financiële Markten (AFM) op basis van een onderzoek naar de wijze waarop risicovolle producten, zoals garantieproducten, effectenhypotheken en reverse convertibles worden ontwikkeld en
verkocht.

De AFM stuitte op verschillende tekortkomingen en overtredingen van wet- en
regelgeving waartegen in voorkomende gevallen is opgetreden. Positieve ontwikkeling is
dat verschillende banken gedurende het onderzoek zelf actie hebben ondernomen om het
proces van productontwikkeling te verbeteren. Ook juicht de AFM het initiatief van de NVB toe om  hiervoor 'best practices' op te stellen. In het vandaag verschenen rapport
'Voortdurende zorgplicht' rapporteert de AFM in algemene zin over de conclusies uit het
onderzoek en zijn voorbeelden van goede praktijksituaties beschreven.

De trend dat complexe financiële producten meer en meer worden aangeboden aan particulieren was mede aanleiding voor het AFM-onderzoek. Grote financiële
instellingen verkochten in 2004 bijvoorbeeld voor 4,3 miljard euro aan garantieproducten. Het onderzoek spitste zich toe op de vraag hoe enkele van deze complexe producten -garantieproducten, effectenhypotheken en reverse convertibles - aan klanten worden verkocht en hoe banken bij de ontwikkeling, bemiddeling en verkoop van een product omgaan met de zorgplicht; kort gezegd, het handelen in het belang van de klant. Voor de onderzochte producten is gekeken naar de wijze waarop het bestuur van een bank betrokken is bij de productontwikkeling (de governance), de risico's bij de productontwikkeling, de instructies en de verkoop, de wijze waarop wordt omgegaan met het cliëntenprofiel en naar de positie van adviseurs. Het onderzoek vond plaats bij een representatieve groep banken, waarbij in totaal 14 onderdelen zijn bekeken, aangevuld met toezichtinformatie en interviews met management en medewerkers. De resultaten van het onderzoek zijn individueel teruggekoppeld naar de desbetreffende instellingen, wat bij diverse instellingen heeft geleid tot meer aandacht voor de zorgplicht en specifieke verbeteracties.

Tekortkomingen bij productontwikkeling en verkoop
De AFM constateerde dat bij meerdere banken het proces rond de productontwikkeling niet
goed was georganiseerd. Dit leidt tot fouten en tekortkomingen die veel grotere problemen kunnen veroorzaken, zoals het terughalen van een product, schadeloosstelling aan klanten en reputatieschade. Cruciaal is dat het bestuur van een bank het belang van zorgplicht voldoende erkent en betrokken is bij de productontwikkeling. Meerdere banken hadden ten tijde van het onderzoek geen organisatiebrede visie op zorgplicht. Inmiddels is de betrokkenheid van het bestuur bij de productontwikkeling verbeterd en intensiever dan voorheen.

De door de AFM vastgestelde tekortkomingen concentreren zich vooral op het onvoldoende
inventariseren van de productrisico's en het onvoldoende transparant communiceren over de risico's van een product. In de bemiddelingsfase valt op dat banken ook onvoldoende
monitoren of de effectenportefeuille van hun klanten zal leiden tot het doel waarvoor de
klant die heeft bestemd, bijvoorbeeld het opbouwen van pensioen. Het cliëntenprofiel
moet instellingen inzage geven in de financiële positie van de belegger, zijn
beleggerservaring en de risico's, maar ook het doel waarmee een klant het
beleggingsproduct aanschaft moet hierin zijn benoemd. De AFM zal in haar toezicht
scherper letten op de compleetheid van het cliëntenprofiel en of op basis hiervan de
juiste dienstverlening kan worden geboden.

Risicovolle producten
Bij garantieproducten wordt gegarandeerd dat (een deel van) het ingelegde kapitaal aan het einde van de looptijd wordt terugbetaald. Meestal bestaat het product uit een deel dat wordt gespaard en een deel dat wordt belegd. Deze producten worden vooral verkocht aan defensieve beleggers. De kans op een laag rendement bij garantieproducten is groot. Uit onderzochte instructies bleek dat dit risico niet in alle gevallen wordt genoemd. Bij het merendeel van de producten is niet aangegeven wat de kans op een bepaald rendement is. In sommige gevallen was de informatie te  onduidelijk om een adequate invulling van de zorgplicht door de adviseur zeker te stellen. Wel hebben adviseurs zelf een positieve invloed op de zorgplicht.

Bij reverse convertibles is er sprake van een omruilrecht, zij het dat dit een omgekeerd
recht is (reverse) en dus is toegewezen aan de uitgever van de obligatie. Het risico voor de belegger is dat aan het eind van de looptijd de aflossing niet in contanten
plaatsvindt, maar in stukken die de belegger moet afnemen. Bij koersdaling loopt de
belegger dus het risico dat de af te nemen stukken een lagere waarde vertegenwoordigen
dan de inleg. De omvang van de markt van reverse convertibles wordt door de markt geschat op 1,5 miljard euro. Uit klachten die de AFM heeft ontvangen blijkt dat beleggers soms niet op de hoogte zijn van de specifieke risico's bij reverse convertibles. Uit het AFM-onderzoek is gebleken dat dit risicovolle product ook is verkocht aan klanten met een defensief cliëntenprofiel. Ook hier geldt dat de kans op een bepaald rendement niet wordt vermeld.

Anders dan de beleggingshypotheek, waaraan een verzekering is gekoppeld, beslaat de
effectenhypotheek met een volume van 3 miljard een relatief klein deel van de
hypotheekmarkt. Bij een effectenhypotheek wordt eenmalig bij aanvang, of periodiek een
bedrag op een beleggingsrekening gestort. Het risico bij een effectenhypotheek is dat pas aan het einde van de looptijd bekend is of voldoende vermogen is opgebouwd voor het
aflossen van de hypotheeklening. De impact van deze hypotheekvorm kan groot zijn in het
geval de beleggingsresultaten onverhoopt tegenvallen. Gelet op het dynamische karakter
van een effectenhypotheek vraagt dit product om continue aandacht gedurende de looptijd.
Kortom, een voortdurende zorgplicht, die ook in de wet is omschreven. Banken erkennen dat hier meer aandacht voor nodig is. Zo hadden sommige banken geen revisieproces, een
periodieke controle waarbij wordt nagegaan of de opbouw van het vermogen wel conform
prognose verloopt en of de (levens)omstandigheden van klanten niet zijn gewijzigd. De AFM wijst instellingen op het belang van een goed georganiseerd revisieproces, zodat wordt voorkomen dat cliënten ongemerkt onvoldoende vermogen opbouwen om de hypotheek op
termijn af te kunnen aflossen.

bron:AFM

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular