Sinds 7 maart eist de overheid van
Bangladesh dat een groot aantal vluchtelingenfamilies haar
onderkomen verlaat. De Rohingya's, moslims uit Myanmar (Birma),
kunnen echter nergens naartoe. Volgens de overheid maakt hun eis
deel uit van een nationale campagne om de weerszijden van wegen te
schonen van illegale behuizingen. Artsen zonder Grenzen, die sinds
mei 2006 medische hulp biedt aan de vluchtelingen in het kamp,
vindt dat de overheid de vluchtelingen een alternatief moet
bieden.

'Het is onduidelijk wat er zal gebeuren
met de mensen die het kamp verlaten,'zegt Frido Herinckx,
landencoördinator Artsen zonder Grenzen in Bangladesh,'de
overheid van Bangladesh moet dit probleem, dat al 15 jaar bestaat,
aanpakken door samen te werken met internationale organisaties.
Gewoon mensen wegsturen is geen oplossing. Er moeten alternatieven
komen. Deze mensen moeten ergens heen. Niemand zou zo mogen
leven.'

Meer dan zesduizend Rohingya's zochten
hun toevlucht tot 'Kamp Tal', een stuk land van 800 meter bij 30
meter in het zuidoostelijke puntje van Bangladesh, vlakbij het
stadje Teknaf. De Rohingya's zijn gevlucht uit Myanmar, omdat ze
naar eigen zeggen daar al vele jaren ernstig worden misbruikt:
gedwongen arbeid, in beslagname van hun land en beperking in
bewegingsvrijheid. Dit leidt tot erbarmelijke levensomstandigheden.
Ze hebben geen staatsburgerschap in Myanmar, en Bangladesh kent hen
geen vluchtelingenstatus toe.'Teruggaan is als verdrinken in de
zee,' zegt een vrouw uit kamp Tal. 'Het leven was zwaar, als we
één keer te eten hadden, hadden we daarna zeven dagen
niet te eten.'

De Rohingya vluchtelingen wonen in een
overvol, geïmproviseerd kamp, volgepakt met

hutjes van hout en plastic zeil; voedsel
en drinkwater zijn schaars. De meeste van hen zijn al vijftien jaar
op de vlucht en zijn al eerder verdreven. Nu moeten ze weer
vertrekken. De overheid eist dat het deel van het kamp naast de
hoofdweg ontruimd wordt. Daarnaast dwingt de overheid ook andere
families die niet op hun inwonerslijst staan, te vertrekken.

Artsen zonder Grenzen zette in mei 2006
een kliniek en voedingscentrum op bij het kamp om de Rohingya's
hulp te bieden. Onze medewerkers geven per dag meer dan 100
consulten en behandelen meer dan 40 ondervoede kinderen. De
patiënten komen zowel uit het kamp als uit het omliggende
gebied. Het gebied komt regelmatig onder water te staan. De
vluchtelingen lijden onder meer aan diarree, luchtwegontstekingen
en ondervoeding.

bron:AZG

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular