De Economist Intelligence Unit (EIU) geeft in het rapport 'Asias
tsunami: the impact' van januari 2005 een inventarisatie van de
gevolgen van de ramp voor de economie van de getroffen landen.
Indonesië: de provincie Atjeh draagt voor 4 procent bij aan het BNP. De
bijdrage wordt grotendeels geleverd door een LNG-productiefaciliteit
aan de noordkust van Atjeh, die gespaard is gebleven. Indonesië krijgt
veel internationale hulp en zal ook baat hebben bij het opschorten van
de terugbetaling van zijn buitenlandse schuld. De EIU stelt de
groeiverwachting voor 2005 dan ook met maar 0,3 procent naar beneden
bij tot 5,4 procent.

Thailand: de gevolgen van de tsunami voor de Thaise economie zijn veel
groter. De Thaise toeristenindustrie, die zon 6 àƒÆ’  7 procent van het BNP
uitmaakt, is zwaar getroffen. Deze ramp komt nog bovenop andere
negatieve gebeurtenissen voor de toeristenindustrie, zoals de
SARS-uitbraken en de vogelpest in 2003. Thailand is, per capita, rijker
dan Indonesië en buitenlandse donoren zullen dan ook minder financiële
hulp verlenen. De groeiverwachting voor 2005 komt daarom ruim een
procentpunt lager uit op 4,3 procent.

Sri Lanka: Alhoewel de getroffen oostkust van relatief minder
economisch belang is dan de westkust (waar de meeste industrie is),
vormt hij door de toeristenindustrie toch een grote bron van inkomsten.
Ook is er het politieke risico dat de Tamilrebellen de wederopbouw
verstoren als bij hen het idee ontstaat dat de centrale overheid niet
adequaat te werk gaat. De economische groei voor 2005 is bijgesteld van
5,6 naar 4,2 procent.

India: De groeiverwachting blijft gehandhaafd. India heeft een grote en
gediversifieerde economie. De voornaamste productie- en
landbouwgebieden en de IT-sector zijn ongeschonden gebleven. De
particuliere consumptie in de getroffen gebieden zal teruglopen, maar
volgens de EIU is dit economisch gezien te verwaarlozen op een
bevolking van meer dan 1 miljard.

Bron: EVD

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular