Er zijn aanwijzingen dat zowel aantal als ernst van bedreigingen tegen vertegenwoordigers van uiteenlopende beroepsgroepen toenemen.  Zeker gezien de vrij plotselinge toename vanaf 2002 die vrij specifiek was voor Nederland.  Het gaat daarbij deels ook om nieuwe fenomenen zoals eenlingen die hun 'ongenoegen'uiten per email. Slachtoffers zijn een breed scala aan beroepsbeoefenaars zoals bestuurders, gemeenteambtenaren, politici en opsporingsambtenaren van politie en Justitie, maar ook journalisten, advocaten en notarissen. De gevolgen voor hun zelf maar ook hun omgeving en hun beroepsuitoefening kunnen verstrekkend zijn. 

Verontrustend in dat verband is de neiging van slachtoffers, zoals ook in ander onderzoek is gedocumenteerd, om toe te geven aan bedreigingen; bijvoorbeeld door het  opleggen van zelfcensuur, af te treden, bepaalde maatregelen toch maar niet uit te voeren of anderszins toe te geven aan eisen.

In opdracht van het Programma Politie en Wetenschap is naar deze problematiek een
verkennende studie uitgevoerd door door prof.dr. Frank Bovenkerk en medewerkers van het Willem Pompe Instituut van de Universiteit Utrecht.

Bedreigingen van (overheids)functionarissen zijn van alle tijden. Voor een deel werden ze, in elk geval tot voor kort, beschouwd als iets dat er nu eenmaal bij hoort: 'it comes with the job'. Zaken ook waar in het algemeen, een enkele uitzondering daargelaten, schouderophalend aan voorbij kon worden gegaan; meestal was er weinig aanleiding de bedreigingen erg serieus te nemen. Maar recente ernstige incidenten, waaronder de moordaanslagen op Pim Fortuyn en Theo van Gogh, hebben daar verandering in gebracht. Centraal in deze verkenning staat dan ook de vraag of bedreigingen van (overheids)functionarissen voor wat betreft hun aantal, aard en gevolgen een ontwikkeling doormaken die tot ernst stemt en die nader onderzoek wenselijk maakt. Onderzocht is in hoeverre een betrouwbaar beeld te schetsen valt op  basis van bestaande kennis en informatie. Het resultaat is een breed overzicht van wat er bekend is over bedreigingen van bepaalde categorieën functionarissen, over daders en hun motieven en over slachtoffers en de gevolgen voor hun functioneren.
Het verkennende karakter van de studie maakt dat er vooral (nieuwe) vragen worden
opgeworpen in plaats van beantwoord. Beantwoording moet onder meer plaatsvinden in een tweetal vervolgstudies in opdracht van Politie en Wetenschap. Een wordt uitgevoerd door het Pompe Instituut en kan beschouwd worden als een follow-up op bovenbeschreven verkenning. Doel is ervan is tweeledig: enerzijds dieper inzicht verwerven in aard, ernst en gevolgen van bedreigingen mede in relatie tot motieven en kenmerken van daders en anderzijds de vraag beantwoorden wat politie en justitie zouden kunnen doen aan het effectief voorkomen of bestrijden van (bepaalde) bedreigingen. Een tweede onderzoek wordt uitgevoerd door het IVA, Instituut voor beleidsonderzoek van de Universiteit Tilburg. Dat is gericht op het gebruik van bedreiging en intimidatie als bewuste contra-strategieën van specifieke dader(s)(groepen) jegens overheidsfunctionarissen om daarmee vooropgezette doelen te bereiken.

Het Programma Politie en Wetenschap. Dat is een onafhankelijk (onderzoeks)programma dat in mei 1999 is ingesteld om het wetenschappelijk onderzoek en de kennisontwikkeling  op het gebied van politie en veiligheid te stimuleren en tevens een impuls te geven aan een betere benutting van onderzoeksresultaten in politiepraktijk, beleid en opleiding. Daartoe is een meerjarig onderzoeksprogramma ontwikkeld. De uitvoering van dit programma geschiedt onder leiding van programmadirecteur Frits Vlek.

bron:Politie en Wetenschap

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular