Twee jaar na invoering van het dualisme in de provincie overhandigt de commissie 'Evaluatie provinciale dualisering' (Commissie Hermans) het rapport over de doeltreffendheid en de effecten van de dualisering aan minister Pechtold (voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties). Het rapport benadrukt het prille begin van de provinciale dualisering en roept met name op om binnen de gestelde kaders verder te werken aan de cultuuromslag in de provinciale politiek.

De Provinciale Staten zijn nog te kleurloos volgens de commissie Hermans. Voorop staat dat de volksvertegenwoordigende rol moet worden versterkt door de verlevendiging van het debat in de Staten. Meer wrijving in het politieke debat is nodig om de volksvertegenwoordigende en kaderstellende rol te versterken. De controlerende rol zal een minder dominante plaats moeten krijgen.

De algemene indruk van de commissie is dat het zelfbewustzijn van de Staten sinds de dualisering is vergroot en de noodzaak tot veranderen in de provincies aanwezig is. Het idee achter de dualisering wordt als positief ervaren door provinciale politici, ambtenaren en bestuurders. Wel hebben de veranderingen in het begin geleid tot onzekerheid en een sterke mate van interne proceduregerichtheid.

De colleges moeten nog wennen aan het feit dat zij niet zonder meer op de steun van de Staten kunnen rekenen. Naar het oordeel van de commissie zijn de colleges over het algemeen nog te voorzichtig en tonen zij te weinig lef. Om de rolverdeling tussen bestuur en volksvertegenwoording scherper te krijgen dringt de commissie aan op de vorming van programcolleges op basis van een kleine meerderheid. Negen van de twaalf provincies kennen nog zogenaamde afspiegelingscolleges die door meer dan tweederede van het aantal zetels wordt gesteund. De afspiegelingscolleges (die door meer dan tweederde van het aantal zetels wordt gesteund) zijn niet bevorderlijk voor het duale systeem.

De commissie Hermans stelt vast de het presidium en de griffier een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van de duale Staten. Ook gedeputeerden zonder ervaring met de Staten kunnen de cultuurverandering een nieuwe impuls geven.

De commissie Hermans stelt dat de Commissaris van de Koningin (Cdk) op principiële gronden geen voorzitter meer hoort te zijn van de Provinciale Staten. Een benoemde Cdk zal boven de partijen moeten staan en over interventiemogelijkheden moeten beschikken. De rol van de Cdk als provinciaal orgaan is echter niet los te zien van de rol die hij heeft als rijksorgaan. Na de Grondwetsherziening, die het voorzittersschap van Provinciale Staten schrapt, zal de positie van de Cdk ook in zijn geheel moeten worden bekeken. Bij de benoeming van de Cdk zal de rol van de collegeleden en de secretaris moeten worden versterkt.

Op 12 maart 2003 is de Wet dualisering provinciaal bestuur in werking getreden. Het kabinet beoogde een herstel van de Provinciale Staten als het belangrijkste politieke forum, het herstel van de volksvertegenwoordigende functie en het vergroten van de herkenbaarheid van het provinciale bestuur voor de burger.

bron:BZK

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular