Het consumentenvertrouwen is, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, in
januari 2005 uitgekomen op -26. Dit is 3 punten hoger dan in december
2004. De verbetering van het vertrouwen volgt op vier achtereenvolgende
maanden van dalingen. De stijging in januari is vooral veroorzaakt
doordat consumenten minder negatief zijn geworden over de toekomst van
de economie en van de eigen financiën. Dit blijkt uit het Consumenten
Conjunctuuronderzoek van het CBS.

Oordeel economisch klimaat iets minder slecht
Het oordeel van consumenten over het economisch klimaat, voor seizoen
gecorrigeerd, is in januari 2005 iets verbeterd ten opzichte van een
maand eerder. Per saldo steeg het oordeel over het economisch klimaat
met 2 punten naar -35. Over het economisch klimaat in de komende twaalf
maanden zijn consumenten minder negatief geworden. Over het klimaat in
de afgelopen twaalf maanden zijn ze echter negatiever geworden.

Consumenten minder negatief over eigen financiën
De koopbereidheid is, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, in januari
uitgekomen op -20. Dit is hoger dan in december vorig jaar. De
koopbereidheid is gebaseerd op het oordeel over de financiële situatie
van het eigen huishouden en op de vraag of de tijd gunstig is voor het
doen van grote aankopen.

Consumenten zijn ten opzichte van december aanzienlijk minder negatief
geworden over hun financiële situatie in de komende twaalf maanden. Ook
het oordeel over het doen van grote aankopen zoals meubels is, net als
in december, verbeterd ten opzichte van een maand eerder. Over de eigen
financiën in de afgelopen twaalf maanden zijn consumenten voor de derde
achtereenvolgende maand niet van mening veranderd.

Technische toelichting
Het Consumenten Conjunctuuronderzoek (CCO) wordt uitgevoerd in de eerste tien werkdagen van de maand.

De index van het consumentenvertrouwen geeft aan in hoeverre
huishoudens vinden dat het economisch gezien beter of slechter gaat.
Het consumentenvertrouwen wordt bepaald op basis van de mening van
huishoudens over het algemene economisch klimaat en over de eigen
financiële situatie. Maandelijks worden hierover in het Consumenten
Conjunctuuronderzoek (CCO) vijf vragen gesteld aan ongeveer duizend
huishoudens. Daarnaast bevat het CCO onder andere vragen over de
verwachtingen voor de werkloosheid en de inflatie en over het
spaargedrag en aankoopplannen van huishoudens.

De geïnterviewden kunnen vinden dat het beter gaat (de ´optimisten'),
dat het slechter gaat (de ´pessimisten') of dat de situatie gelijk
blijft. De indicatoren worden berekend door het percentage optimisten
te verminderen met het percentage pessimisten.
De berekening van de seizoeninvloeden wordt eenmaal per jaar
geactualiseerd. Dat is nu gebeurd op basis van de cijfers tot en met
december 2004. Hierdoor zijn de seizoengecorrigeerde cijfers vanaf 2001
herzien en zijn geringe afwijkingen van eerder gepubliceerde uitkomsten
mogelijk.

Naast het CBS, stelt ook de Europese Commissie (EC) op basis van het
CCO, voor Nederland een indicator van het consumentenvertrouwen samen.
De EC hanteert daarbij echter deels andere vragen dan het CBS. In de
EC-berekening ligt de nadruk geheel op de verwachtingen voor de
toekomst, waar in de indicator van het CBS ook de huidige situatie van
de consument en diens oordeel over de afgelopen twaalf maanden worden
meegenomen. De EC publiceert haar indicator altijd later dan het CBS
waardoor de meest recente maand niet zichtbaar is in de grafiek.

Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular