(Persbericht) De discussie over het maximeren van de ontslagvergoeding wordt links ingehaald.
Onlangs besloot de kantonrechter in Rotterdam een arbeidsovereenkomst te ontbinden, waarbij de werknemer een ontslagvergoeding ontvangt die vele malen hoger is dan de uitkomst van de meestal gebruikte kantonrechtersformule.

De kantonrechtersformule wordt bij ontslagprocedures meestal toegepast, maar de kantonrechter hoeft hem niet te gebruiken. De formule is eigenlijk slechts een aanbeveling voor de kantonrechter. Vanuit de wet heeft de rechter alle ruimte om af te wijken van de uitkomst.

Letterlijk verwoord lid 8 van artikel 7:685 BW het als volgt:

'Indien de rechter het verzoek inwilligt wegens veranderingen in de omstandigheden kan hij, zo hem dat met het oog op de omstandigheden van het geval billijk voorkomt, aan een van de partijen ten laste van de wederpartij een vergoeding toekennen; hij kan toestaan dat de vergoeding op door hem te bepalen wijze in termijnen wordt betaald.'

De kantonrechter in Rotterdam moest een oordeel vellen over een conflict tussen een ziekenhuis als werkgever en het hoofd P&O als werknemer.

De rechter merkte tijdens de zitting dat de werknemer altijd prima gefunctioneerd heeft en dat de reden van het conflict lag in een bestuurcrisis binnen het ziekenhuis.

De rechter oordeelde dat er geen reden was om over te gaan naar ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De werkgever gaf echter aan het arbeidscontract zeker te willen ontbinden.

Kantonrechtersformule doet geen recht aan de omstandigheden

De werknemer was relatief kort in dienst en een ontslagvergoeding op basis van de kantonrechtersformule zou leiden tot een bedrag van ruim 11.000 euro bruto. Zelfs moet toepassing van een hogere correctiefactor zou het ziekenhuis relatief goedkoop van de medewerker afkomen, terwijl de rechter nu juist van mening was dat de werkgever van alles te verwijten viel.

De kantonrechter koos voor een praktische oplossing door de gehele kantonrechtersformule buiten toepassing te laten en de vergoeding naar billijkheid (lees: naar eigen inschatting) vast te stellen op een bedrag van maar 75.000 euro bruto. Daarmee gaf deze kantonrechter een duidelijke boodschap af: een werkgever die in feite zonder (arbeidsrechtelijke) reden van een werknemer af wil, moet er niet op rekening dat dit tegen de 'gebruikelijke tarieven' op basis van de kantonrechtersformule kan.

De ontslagbescherming zou anders voor werknemers met een relatief kort dienstverband eenvoudig 'afgekocht' kunnen worden.

Hoewel het nog te vroeg is om te voorspellen of deze uitspraak navolging gaat krijgen van andere rechters die met soortgelijke gevallen te maken krijgen, zal deze uitspraak door werknemers (en hun advocaten) die menen zonder goede reden ontslagen te worden ongetwijfeld veelvuldig aangehaald worden.

Uiteindelijk is elke ontslagvergoeding natuurlijk te herleiden tot de kantonrechtersformule. In deze zaak zou een vergoeding van 75.000 euro neerkomen op een correctiefactor van ruim 6.

www.stamrechter.nl

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular