De Albert Heijn-supermarkt aan de Sterrebos in Oss is volgens de Dierenbescherming de diervriendelijkste supermarkt van 2005. Morgen, dinsdag 26 juli, overhandigt Helga van Veen, manager Beleid, Dier en Maatschappij van de Dierenbescherming de bijbehorende oorkonde aan de gelukkige winnaar. Dat gebeurt om 13.30 uur. Ruim honderd vrijwilligers van 30 afdelingen van de Dierenbescherming bezochten de afgelopen maanden 361 supermarkten van 23 supermarktketens in 88 steden en dorpen en telden het aanbod diervriendelijke producten. Het gaat dan om vlees, zuivel, vleesvervangers en eieren.
De AH-vestiging in Oss heeft met 137 artikelen het ruimste assortiment diervriendelijke producten, zoals scharrel- en biologisch vlees en -eieren, maar ook vleesvervangers en bijvoorbeeld biologische zuivelproducten zijn ruimschoots voorhanden. De Dierenbescherming doet deze telling al voor het derde jaar. Ook in 2004 en 2003 eindigde dit AH-filiaal in de top-10. In 2004 werd men tweede en in 2003 achtste.
Albert Heijn doet het in heel Nederland goed. Zo wordt de hele top-10 in beslag genomen door AH-filialen. Wanneer het gemiddeld aantal diervriendelijke producten per keten als uitgangspunt wordt genomen luidt de top-10 van diervriendelijke supermarkten in Nederland:
1. Albert Heijn (83 producten)
2. Konmar (56,9 producten)
3. Vomar, (44,9 producten)
4. Jumbo (38,8 producten)
5. Coop (36,6 producten)
6. Dekamarkt (34,6 producten)
7. Super de Boer (33,5 producten)
8. Hoogvliet (32 producten)
9. Deen (30,8 producten)
10. Plus (28,2 producten)
Prijzenoorlog
Met deze jaarlijkse Meetlat Supermarkten wil de Dierenbescherming inzicht krijgen in de beschikbaarheid van vleesvervangers en diervriendelijke producten en zo de groei van deze sector stimuleren. Door het onderzoek ieder jaar te herhalen krijgen we zicht op hoe de verkoop zich over een langere periode ontwikkelt. Konden we vorig jaar nog constateren dat het aanbod van 2003 en 2004 was toegenomen, nu lijken de negatieve economische stemming en de supermarktprijzenoorlog toch hun tol te eisen; de groei in het aanbod lijkt er van 2004 op 2005 uit te zijn. Het gemiddelde aanbod aan diervriendelijkere producten is gezien over alle getelde supermarkten zelfs met tweetiende punt gedaald van 27,2 naar 27. Een zorgwekkende ontwikkeling, die zich hopelijk niet voortzet in 2006.
Wat opvalt is dat het aanbod van diervriendelijker geproduceerd pluimveevlees nog altijd bijzonder laag is. De Dierenbescherming werkt momenteel met een aantal partijen uit de landbouwsector aan het op de markt brengen van pluimveevlees afkomstig van langzamer groeiende vleeskuikens, die door die langzamere groei minder welzijnproblemen ondervinden. Dit vlees moet een tussensegment gaan vormen tussen gangbaar en biologisch in.
Ook voor andere diersoorten overlegt de Dierenbescherming met het bedrijfsleven om te kijken of er mogelijkheden zijn een diervriendelijker aanbod tussen gangbaar en biologisch te creëren. Deelname aan een dergelijke tussenvorm zou voor grote groepen veehouders haalbaar moeten zijn, waardoor het leven van grote aantallen dieren wat verbeterd kan worden.
Consument heeft sleutel
De sleutel bij het diervriendelijker maken van de veehouderij ligt uiteindelijk bij de consument. Als burger geeft deze consument te kennen dierenwelzijn zeer belangrijk te vinden en bereid te zijn hier ook wat meer voor te willen betalen. Maar als diezelfde burger gaat winkelen handelt hij helaas niet naar die opvattingen. De Dierenbescherming onderzoekt op dit moment hoe deze kloof tussen burger en consument verkleind kan worden. De komende jaren hoopt de Dierenbescherming de vruchten van het bevorderen van biologische producten en producten in het tussensegment in de jaarlijkse Meetlat Supermarkten terug te kunnen zien.
bron:Dierenbescherming