In 2006 zei een vijfde van de ouders dat
ze hun kinderen vaak verboden ergens naartoe te gaan wegens
onveiligheid. In de steden was dat zelfs meer dan een kwart. In
Groningen en Limburg hadden kinderen de minste vrijheid. Dit blijkt
uit een inventarisatie van het CBS.

In steden dubbel zoveel ouders bezorgd

Hoe stedelijker de woonomgeving, des te
vaker legden ouders hun kinderen een beperking op. Zo speelde dit
bij 30 procent van de gezinnen in zeer sterk stedelijke buurten
tegenover 12 procent op het platteland.

In Groningen en Limburg meeste bezorgde
ouders

In de provincies Groningen, Zuid-Holland,
Utrecht en Limburg hadden kinderen de minste bewegingsvrijheid. Een
kwart van hen mocht vaak niet naar bepaalde plekken. In Zeeland,
Drenthe en Overijssel was dit nog geen 15 procent. Het hoge
percentage bezorgde ouders in Zuid-Holland en Utrecht is te
verklaren door de relatief hoge stedelijkheid. Dit geldt echter
niet voor Groningen en Limburg. Ouders die hun kinderen vaak
verbieden ergens naartoe te gaan wegens onveiligheid naar
provincie, 2006

Allochtone ouders verbieden vaker

Ouders van niet-westerse afkomst laten hun
kinderen minder vrij dan autochtone ouders. Van de allochtone
ouders legde 31 procent hun kinderen vaak een bewegingsbeperking op
tegenover 18 procent van de autochtone ouders. Gedeeltelijk komt
dit doordat allochtonen vaker in steden wonen.

Hoogopgeleide ouders laten hun kinderen
vrijer

Moeders verbieden vaker onveilige plekken
dan vaders. Behalve het geslacht speelt ook de opleiding van de
ouders een rol. Zo gaf 14 procent van de ouders met een
hbo/wo-opleiding aan vaak bepaalde plekken te verbieden tegenover
25 procent van de ouders met ten hoogste een mavo- of vbo-diploma.
Ook wanneer rekening wordt gehouden met verschillen tussen de
opleidingsgroepen vanwege geslacht en stedelijkheid, blijft dit
verband aanwezig.

bron:CBS

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular