Het kabinet heeft gekozen voor Almelo, Borne, Enschede en Hengelo, Breda, Den Bosch, Eindhoven, Helmond en Tilburg, Rotterdam en Amsterdam. Ook de provincies Noord-Brabant en Overijssel doen mee. De gemeenten, provincies en het Rijk gaan een jaar lang in de praktijk bekijken hoe door betere samenwerking van instanties kan worden voorkomen dat jongeren in de knel komen en uitvallen

De gemeenten werken als clusters samen. Almelo, Borne, Enschede en Hengelo vormen samen Netwerkstad-Twente. De Brabantse gemeenten vormen de B5. Ze worden mogelijk aangevuld met kleinere Brabantse gemeenten. Ook Rotterdam en Amsterdam werken samen.

Het jeugdbeleid is nu nog verkokerd en ingewikkeld. Er zijn te veel instanties, specialismen, benaderingen en financiële- en wettelijke regelingen. De praktijkervaringen die worden opgedaan met deze Jong-overeenkomsten moeten inzichten opleveren hoe te komen tot minder samenwerkingsverbanden en heldere afspraken over taakverdeling en regievoering. Ook zal er een noodprocedure komen, zodat duidelijk is hoe een doorbraak geforceerd wordt als een jeugdige door gebrek aan samenwerking van instanties tussen wal en schip dreigt te vallen.

Een in het oog springend instrument dat gemeenten tijdens het leerjaar kunnen gebruiken, is de zogenaamde rode telefoon. Gemeenten kunnen concrete knelpunten bij Steven van Eijck, de commissaris voor het jeugdbeleid, melden.

bron:BredeSchoolNet

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular