Volgens een gedetailleerde wetenschappelijke analyse die de Europese Commissie heeft verricht met behulp van haar geavanceerde systeem voor het voorspellen van de fysieke opbrengst per hectare van gewassen, zal de totale EU-productie van granen dit jaar ten minste 28 miljoen ton of ongeveer 10% kleiner zijn dan de recordoogst van vorig jaar, maar zal zij wel niet veel verschillen van het gemiddelde over de afgelopen vijf jaar.

De belangrijkste oorzaak van deze te verwachten daling is het effect van de droogte op de fysieke opbrengst per hectare van de gewassen. De zwaarst getroffen productiegebieden zijn die in Spanje, Portugal, Frankrijk, Italië en Midden-Griekenland. In de vandaag door de Commissie gepubliceerde prognose wordt geschat hoe hoog op het niveau van de Europese Unie als geheel de fysieke opbrengst per hectare van de belangrijkste graangewassen zal zijn. Voor elk gewas wordt dit cijfer vergeleken met dat voor 2004 en met het gemiddelde over de afgelopen vijf jaar. In de analyse wordt voorts aangegeven in welke gebieden de situatie het ernstigst is, en een vergelijking gemaakt met eerdere extreem droge jaren.

De belangrijkste verklaring voor de verwachte daling van de productie is het effect dat de droogte en de hoge temperaturen in de getroffen gebieden hebben gehad op de waterreserves. Als de droogte aanhoudt, zouden nog meer gebieden in de problemen kunnen komen en zou ook de fysieke opbrengst per hectare van de gewassen uiteindelijk nog slechter kunnen zijn dan nu wordt verwacht. Als minder mag worden geïrrigeerd, zal dat een extra negatief effect hebben op de productie van korrelmaïs en ook op die van suikerbieten en aardappelen.

Wat granen betreft, bedraagt de voor de EU als geheel verwachte daling van de fysieke opbrengst per hectare ten opzichte van 2004: 24% voor durumtarwe (ten opzichte van het gemiddelde gaat het om een daling met ongeveer 9%), 5,2% voor zachte tarwe (daarmee zou de opbrengst toch nog ongeveer 5% hoger zijn dan gemiddeld), 10% voor gerst (de opbrengst zou dan iets lager zijn dan gemiddeld) en 6% voor korrelmaïs (voor dit gewas zou de opbrengst daarmee toch nog ongeveer 1% boven het gemiddelde liggen).

Bij de huidige droogte beslaan de getroffen gebieden een kleinere oppervlakte dan bij de extreme droogte van 2003. In sommige van die gebieden is de situatie echter slechter dan toen. Het Iberische schiereiland heeft te kampen met de ernstigste droogte van de afgelopen 30 jaar en de situatie is er kritiek. In het westen en het zuidwesten van Frankrijk is de droogte van 2005 even erg als die van 2003.

De droogte van 2005 verschilt in verscheidene opzichten van die in de zomer van 2003. Tot nog toe is de getroffen oppervlakte kleiner: 27% van het tarweareaal in 2005 vergeleken met 53% in 2003.

Daarentegen is de huidige droogte veel langduriger: zij is begonnen in november 2004 en duurt nog steeds voort. De droge periode in 2003 nam pas begin maart een aanvang en duurde tot het einde van de zomer.

De droogte van 2005 lijkt ook op die van 1976, dat wordt beschouwd als een van de slechtste landbouwjaren in Europa. In beide jaren was het droog vanaf het begin van het teeltseizoen, maar in 1976 was het neerslagtekort in het voorjaar veel groter dan nu.

bron:EU

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular