Vijf regeringsleiders, onder wie minister-president Balkenende, roepen de G8-landen op hun bijdrage aan ontwikkelingshulp substantieel te verhogen. De bijdrage van de G8 aan de armsten in Afrika is cruciaal.

Dat schrijven minister-president Balkenende en de minister-presidenten Bondevik (Noorwegen), Juncker (Luxemburg), Persson (Zweden) en Rasmussen (Denemarken) in een open brief aan de G8-landen.

De G8 bestaat uit de zeven rijkste industrielanden (Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Japan, Italië, Canada, Frankrijk, Verenigde Staten) en Rusland. Zij komen op 6 en 7 juli in het Schotse Gleneagles bijeen om te praten over onder meer armoedebestrijding in Afrika.

In de open brief noemen de vijf landen zichzelf de 'G0.7', omdat zij minstens 0,7% van hun Bruto Binnenlands Product (BBP) besteden aan ontwikkelingshulp. De landen roepen alle G8-landen op dit voorbeeld te volgen.

Volgens de regeringsleiders is minstens 50 tot 60 miljard dollar extra nodig om de Millennium Ontwikkelingsdoelen in 2015 te bereiken. Zo blijft de situatie in Afrika ten zuiden van de Sahara ernstig, vooral als het gaat om kinder- en moedersterfte, de toegang tot veilig drinkwater en basale sanitaire voorzieningen. Snelle en daadkrachtige acties van alle landen zijn nodig om de doelstellingen te halen.

Dankzij toezeggingen van een aantal G8-landen en de Europese Unie neemt de ontwikkelingshulp al toe. Ondanks deze vooruitgang en de kwijtschelding van schulden, is er meer nodig.

De regeringsleiders pleiten voor een betere toegang voor ontwikkelingslanden tot de wereldmarkt. Ontwikkelingslanden moeten hun inkomsten uit export kunnen vergroten. Handelsbelemmerende subsidies zoals die voor katoen en suiker moeten worden aangepakt. De regeringsleiders zien daarbij een leidende rol weggelegd voor de G8.

bron:RVD

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular