De WTO onderhandelingen deze week lopen vrijwel zeker op niets uit. In plaats van een voortrekkersrol te vervullen, stelde de Europese Unie de eigen handelsbelangen consequent voorop. De EU zet onverminderd zwaar in op offensieve belangen in industriële goederen en diensten. En alleen in ruil voor concessies op deze ambitieuze agenda is de  EU bereid op het terrein van de landbouw concrete stappen te zetten.

Ook de Verenigde Staten eisen brede markttoegang in ontwikkelingslanden in ruil voorconcessies op het gebied van landbouwsubsidies. Maar het forceren van omvangrijke markttoegang op het gebied van landbouw, industriële producten en diensten gaat ten koste van de opkomende economieën van ontwikkelingslanden. De houding van beide machtsblokken draagt bij aan de moeizame voortgang van de WTO-onderhandelingen.

De voorstellen van belang voor ontwikkelingslanden worden amper besproken, laat staan dat er al een akkoord over is bereikt. Met het uitblijven van voortgang en gezien de overvolle onderhandelingsagenda ontstaat een onverantwoord hoge druk op de WTO ministeriële conferentie in Hong Kong in december. De Doha ronde, die in 2001 juist in het leven was geroepen om ontwikkeling in de arme landen te stimuleren, raakt zo ondergesneeuwd door de offensieve belangen van de rijke landen.

Door het hoge ambitieniveau van de Europese Unie en de andere rijke landen dreigt in december in Hong Kong eenzelfde scenario als in Cancàºn, waarin ontwikkelingslanden
niet anders kunnen doen dan een overeenkomst die tegen hun belangen ingaat af te wijzen.

De bestaande internationale handelsregels zijn schadelijk voor boeren en producenten in ontwikkelingslanden, die niet sterk genoeg staan tegenover goedkope en vaak gesubsidieerde producten uit rijke landen. Tegelijkertijd bieden de nieuwe voorstelen ontwikkelingslanden te weinig mogelijkheden om zich te beschermen tegen handelsverstorende subsidies en te weinig ruimte om hun eigen economische en industriële ontwikkeling vorm te geven. Ook de Europese boeren zijn de dupe van de huidige plannen. Vooral multinationals hebben hier profijt van.

De Nederlandse NGO.s, verenigd in de Coalitie voor Eerlijke Handel, houden de rijke landen verantwoordelijk voor de impasse in de WTO-onderhandelingen. De rijke landen stellen voortdurend dat de Doha-ronde ten dienste staat van de ontwikkeling van arme landen. Maar feitelijk zetten zij hun eigen belang voorop. Zolang de harde eisen van rijke landen niet van tafel gaan, en de dynamiek van de WTO fundamenteel wordt gewijzigd, zal de Doha ronde nooit de beloofde ontwikkelingsronde worden.

bron:WEMOS

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular