Zowel de aansturing als de manier van werken van de Kamers van Koophandel moet anders. Dit constateert MKB-Nederland, op basis van onderzoek door hoogleraar bestuurskunde Toonen van de Universiteit Leiden en uitvoerige discussie met haar vertegenwoordigers in de besturen van de Kamers en met regiovoorzitters. Later dit jaar evalueert de Tweede Kamer de wet op de Kamers van Koophandel.

Bestuurders van de Kamers zijn momenteel noch beleidsmaker, noch toezichthouder, zo luidt de concludie. Het is niet duidelijk wie waarover aan wie verantwoording aflegt. Veel hangt af van persoonlijke inzet en informele verhoudingen. De directies van de Kamers opereren teveel naar eigen inzicht.

Hoe moeten Kamers dan werken en waar moet een bestuur zich mee bezighouden? Dit is met name van belang voor de zogenoemde regiostimulering (dus niet het Handelsregister of voorlichtingstaken). De Kamers geven zelf aan dat ze - in deze tijd van transparantie en prestatieafspraken - het effect van hun activiteiten niet kunnen aangeven. Voor een bestuurder is het dan uiteraard lastig zijn taak goed te vervullen.

MKB-Nederland pleit ervoor de inning en de uitgaven van middelen te scheiden. Daarbij moet de vraag van ondernemers en hun vertegenwoordigende organisaties centraal komen te staan. Het beschikbare budget voor regiostimulering kan worden ingezet als een investeringsfonds.

Het ministerie van Economische Zaken kwam enkele maanden terug al met een kritisch rapport over de Kamers van Koophandel. MKB-Nederland heeft toen een voorlopige reactie op gegeven. Vanwege de complexiteit van het onderwerp heeft ze de kwestie uitvoerig laten onderzoeken en bediscussieerd met de achterban.

bron:MKB

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular