FNV Bondgenoten heeft bijna zestig havenbedrijven in Rotterdam, Amsterdam en Zeeland een brief geschreven. De bond roept de bedrijven op minister De Geus te laten weten dat hij het ILO Verdrag 137 niet op moet zeggen. Wanneer de bedrijven dit niet doen voor 8 augustus, ziet de bond zich genoodzaakt een officieel ultimatum te versturen en worden acties niet uitgesloten.

Ook de vaste Kamercommissie Verkeer en Waterstaat heeft een schrijven van de bond ontvangen. Na de zomer beslist de Tweede Kamer over het al dan niet opzeggen van het Internationale Verdrag over de registratie van havenwerkers

Sinds 2000 weigeren de werkgevers in de haven mee te werken aan de uitvoering van het overleg en willen hierover niet langer overleggen met overheid en bonden. Minister De Geus grijpt de weigerachtigheid van de werkgevers aan om het ILO Verdrag 137 op te zeggen. Inhoudelijke redenen voor het opzeggen van het verdrag heeft de minister niet.

Inmiddels is de procedure tot opzegging van dit ILO Verdrag 137 in de Tweede Kamer gestart. Dit heeft ertoe geleid dat vanuit verschillende politieke partijen, ook regeringsfracties, vele kritische vragen schriftelijk zijn ingediend aan het adres van minister de Geus.

ILO-verdrag 137 (betreffende de sociale gevolgen van nieuwe laad- en losmethoden) is in 1976 door Nederland geratificeerd. Twintig jaar zorgden de werkgeversorganisaties in Rotterdam en Amsterdam voor de pasjesregeling, van belang voor de veiligheid van werknemers in de zeehavens. Maar deze werkgeversorganisaties bestaan niet meer. Daarom is het van belang dat iedere havenwerker beseft dat zijn eigen werkgever hiervoor verantwoordelijk is. Opzegging van de ILO-verdragen heeft grotere gevolgen dan misschien in eerste instantie zou lijken. Ook als het gaat om arbeidsvoorwaarden.

bron:FNV

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular