Het eigen vermogen van de Nederlandse gemeenten is in 2003 met 3,7 procent gegroeid tot 25,3 miljard euro. Hoewel de groei van het eigen vermogen sterker is dan de inflatie is de toename van het gemeentelijk vermogen de laatste jaren zeer matig.

In de periode 1995-2003 is het eigen vermogen (in 1995 12,1 miljard euro) bij een gemiddelde groei van 10 procent per jaar meer dan verdubbeld. De vermogensaanwas was in de tweede helft van de jaren negentig het hoogst. In 2000 lag een piek met 24 procent stijging. Nadien stagneerde de groei van het gemeentelijke eigen vermogen.

Boekwinsten bij aandelenverkoop
In de afgelopen jaren hebben gemeenten op grote schaal aandelen van energiebedrijven en het Bouwfonds van de hand gedaan. Bij deze verkopen aan banken en andere energiebedrijven zijn aanzienlijke boekwinsten behaald. Over de periode 1995-2003 werd in totaal ruim 3,5 miljard euro aan boekwinst behaald.

In 2003 zorgde het cashen bij aandelenverkopen voor ruim 90 procent van de groei van het eigen vermogen. De boekwinst uit aandelenverkoop in 2000 bepaalde met 2,3 miljard euro bijna 55 procent van de groei van het gemeentelijk vermogen. Daarnaast nam dat vermogen destijds meer toe doordat een hogere winst uit verkopen van grondvoorraden werd behaald. De laatste jaren stagneerden de grondverkopen door de verslechterde economische situatie. Vervolgens hadden exploitatieoverschotten en tekorten invloed op de hoogte van het eigen vermogen.

Zo behaalde een groot aantal Utrechtse gemeenten door verkoop van hun aandelen van het energiebedrijf Remu aan Eneco in 2003 samen een boekwinst van bijna 0,5 miljard euro. Een aantal Zuid-Hollandse gemeenten streken een boekwinst van bijna 0,3 miljard euro op door de verkoop van de aandelen Transportnet Zuid-Holland (TZH) aan TenneT en de afwikkeling van een eerdere verkoop van aandelen Elektriciteitsproductiebedrijf Zuid-Holland (EZH).

Solvabiliteit stabiliseert
In de periode 1995-2000 verbeterde de capaciteit van gemeenten om hun investeringen te financieren uit eigen vermogen. De solvabiliteitsratio van alle gemeenten nam met maar liefst 14 procentpunten toe tot 34 procent van het balanstotaal. Vanaf 2000 was de ratio nog slechts met 1 procentpunt verbeterd tot 35 procent.

In de periode 2000-2003 valt op dat de ratio bij de grootste gemeenten (meer dan 150 duizend inwoners) is toegenomen met bijna 5 procent. Bij de middelgrote gemeenten (tussen de 50- en 150 duizend inwoners) is sprake van een lichte stijging van de solvabiliteitsratio (ruim 1 procent). Bij de kleinere gemeenten (minder dan 50 duizend inwoners) is een lichte verslechtering opgetreden. Vooral de grote gemeenten hebben voordeel gehad van de aandelenverkoop. Daarnaast neemt het eigen vermogen bij de grootste gemeenten toe doordat er winst op voorraden bouwgrond is behaald

bron:CBS

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular