De openstelling van de Nederlandse arbeidsmarkt voor werknemers uit de nieuwe lidstaten van de Europese Unie moet gepaard gaan aan scherper toezicht op de naleving van sociale wetten en CAO-afspraken. Dat bepleiten Tweede-Kamerleden Ineke van Gent, Farah Karimi en europarlementariër Joost Lagendijk namens GroenLinks. Het beginsel van 'gelijk loon voor gelijk werk' dient te worden verzekerd.

De Nederlandse regering moet vóór 1 mei aan de Europese Commissie laten weten of zij een einde maakt aan de beperkingen die nu nog gelden voor het in dienst nemen van werknemers uit de acht Oost-Europese landen die in 2004 zijn toegetreden tot de EU. GroenLinks is voorstander van vrij werknemersverkeer. Het recht om in de hele EU te werken is een van de meest tastbare voordelen van het Europese burgerschap. Dat recht mag de Polen en andere nieuwe Europeanen niet langer worden onthouden.
Daar komt bij dat de huidige beperkingen op het vrije werknemersverkeer allerlei vormen van uitbuiting en oneerlijke concurrentie in de hand werken, zoals zwart werk, schijnzelfstandigheid (de figuur van de 'zelfstandige zonder personeel') en dubieuze detacheringsconstructies. Door de nieuwe EU-burgers toe te staan een normaal arbeidscontract te sluiten met een Nederlandse werkgever kan het beginsel van gelijk loon voor gelijk werk beter worden gewaarborgd.
Daarvoor is wel een scherper toezicht nodig op de naleving van sociale wetgeving en CAO’s. GroenLinks steunt het pleidooi van de FNV om de Wet arbeidsvoorwaarden grensoverschrijdende arbeid aan te scherpen en de handhaving te verbeteren. De toelating van Polen tot de Nederlandse arbeidsmarkt is geen zero-sum game; op termijn zijn zowel Nederland als Polen erbij gebaat. Het vandaag gepresenteerde rapport van eurocommissaris Spidla laat zien dat, in de EU-landen die al in 2004 hun arbeidsmarkt openstelden, de Oost-Europese werknemers een positieve bijdrage hebben geleverd aan de economie en de overheidsfinanciën.
bron:GroenLinks

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular