Bij een gunstige economische ontwikkeling melden meer werknemers zich ziek. Een daling van de werkloosheid met 1%-punt leidt naar schatting tot een stijging van het ziekteverzuim met 0,25%-punt. Naast de conjunctuur hebben ook beleidsmaatregelen en wijzigingen in de samenstelling van de beroepsbevolking voor veranderingen in het ziekteverzuim gezorgd.

Dit concludeert onderzoeker Hans Stegeman van het Centraal Planbureau (CPB) in het vandaag verschenen CPB Document 'De conjunctuurgevoeligheid van het ziekteverzuim'.

Kosten ziekteverzuim 6 mld euro
Het ziekteverzuim is vanaf 1980 trendmatig gedaald. In 1980 werd ruim 9% van de beschikbare werkdagen verzuimd. Medio jaren negentig was dit percentage nagenoeg gehalveerd; zowel structurele als conjuncturele factoren hebben hieraan bijgedragen. In de economisch gunstige periode daarna is het verzuimpercentage echter weer wat opgelopen. Het ziekteverzuim vormt een kostenpost voor werkgevers. Zo betalen bedrijfsleven en overheid in 2005 circa 6 mld euro loon door aan zieke werknemers, ongeveer 3% van de totale loonsom.

Het verband tussen conjunctuur en ziekteverzuim
Bij hoogconjunctuur melden werknemers zich eerder ziek. Dit blijkt zowel uit een analyse met jaargegevens over de periode 1980-2003 als uit een analyse van kwartaalcijfers op bedrijfstakniveau voor de jaren 1996-2003. Een daling van de werkloosheid met 1%-punt leidt naar schatting tot een stijging van het ziekteverzuim met 0,25%-punt. Dit verband geldt ook bij een stijging van de werkloosheid. Ook literatuuronderzoek wijst overwegend op een positief verband tussen conjunctuur en ziekteverzuim. Vermindering van de werkdruk door laagconjunctuur kan bijvoorbeeld leiden tot een betere gezondheid en daarmee tot minder ziektegevallen. Daarnaast kan de werkinstelling van werknemers een rol spelen: een grotere kans op ontslag kan resulteren in minder verzuim. Ook het aanname- en ontslagbeleid van werkgevers kan van invloed zijn. Werknemers die in het verleden relatief vaak ziek zijn geweest, zullen misschien minder snel een baan krijgen of bij reorganisaties eerder worden ontslagen. Hierdoor is vooral het gezonde personeel werkzaam als de economie zich in een conjunctureel dal bevindt.

Structurele invloeden: beleid en samenstelling beroepsbevolking Naast de conjunctuur hebben ook beleidsmaatregelen een effect gehad op de ontwikkeling van het ziekteverzuim. De verlaging van de uitkeringen bij ziekte en arbeidsongeschiktheid in de jaren tachtig en tal van instroombeperkende maatregelen in de WAO hebben er aan bijgedragen dat het verzuimpercentage in Nederland nu structureel lager is dan tien tot twintig jaar geleden. Het gaat onder meer om de Wet Uitbreiding Loondoorbetalingsverplichting Bij Ziekte (WULBZ) uit 1996 waarbij de loondoorbetalingsverplichting van werkgevers eerst tot zes weken werd verlengd en later tot een jaar. De loondoorbetalingsperiode is overigens recent nog eens verlengd tot 2 jaar; dit is nog niet in het onderzoek meegenomen. Demografische ontwikkelingen, zoals de toegenomen arbeidsparticipatie van vrouwen en ouderen, hebben de daling van het ziekteverzuim echter getemperd. Het ziekteverzuimpercentage van vrouwen (exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof) ligt ruim 1%-punt hoger dan dat van mannen, terwijl ook ouderen meer verzuimen dan jongeren. Nu vrouwen en ouderen een groter deel van de beroepsbevolking vormen, komt het ziekteverzuim hierdoor hoger uit dan het geweest zou zijn bij de vroegere verhouding tussen ouderen en jongeren en tussen mannen en vrouwen.

bron:CPB

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular