Het kabinet wil de instelling van nieuwe Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO's) aan strakkere en heldere normen binden. De beweegredenen om een ZBO in het leven te roepen (de zogeheten instellingsmotieven) zullen voor dat doel worden aangescherpt.

Het kabinet wil verder de bestaande ZBO's doorlichten, waarbij onder meer wordt gekeken naar de vraag of deze op basis van de aangescherpte instellingsmotieven nog bestaansrecht hebben. Daarbij zullen op basis van kosten-baten-analyses besluiten worden genomen over het wel of niet onderbrengen van ZBO's bij ministeries. 
Dit staat in het kabinetsstandpunt op het rapport 'Een herkenbare staat: investeren in de overheid' van de werkgroep Verzelfstandigde Organisaties op Rijksniveau (werkgroep Kohnstamm). De ministerraad heeft op voorstel van minister Pechtold voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties en minister Zalm van Financiën ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van de kabinetsreactie. 
 
Het kabinet onderschrijft in hoofdlijnen de analyse van de werkgroep Kohnstamm dat de kern van het probleem ligt in onduidelijkheid en verscheidenheid inzake de verantwoordelijkheid van de ministers ten opzichte van zelfstandige bestuursorganen. Er bestaan vele soorten ZBO's met verschillende verantwoordelijkheden, bevoegdheden en beheersregimes. Dit komt de overzichtelijkheid niet ten goede en roept soms vragen op over de reikwijdte van de ministeriële verantwoordelijkheid. Het kabinet bevestigt overigens dat er geen aanwijzingen zijn dat ZBO's in het algemeen disfunctioneren. 
 
Volgens het kabinet is een verdere verduidelijking nodig van de reikwijdte van de ministeriële verantwoordelijkheid ten opzichte van ZBO's. Het kabinet onderschrijft het standpunt van de werkgroep dat rijkstaken in beginsel moeten worden uitgevoerd onder volledige ministeriële verantwoordelijkheid en dat daarop slechts in een beperkt aantal gevallen onder strikte voorwaarden uitzonderingen kunnen worden gemaakt. Het kabinet wil dan ook de normen voor de instelling van ZBO's aanscherpen. Ook wil het kabinet scherper gaan toezien op de verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen ministers en ZBO's.  
 
Ministers moeten over voldoende bevoegdheden beschikken om ervoor te kunnen zorgen dat ZBO's hun taken goed uitvoeren. Dat betekent dat zij de mogelijkheid moeten hebben algemene aanwijzingen te geven, besluiten te vernietigen, inlichtingen in te winnen. Daarnaast moeten ministers over voldoende mogelijkheden beschikken om de bedrijfsvoering van het ZBO te beïnvloeden. Daartoe moeten zij de begroting (en eventuele tarieven) kunnen goedkeuren, de bestuurders kunnen aanstellen en ontslaan en de bezoldiging of schadeloosstelling van bestuurders kunnen vaststellen. Kortom, ministers moeten kunnen ingrijpen als dat nodig is. 
 
Het kabinet meent dat het bij de Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstel voor een Kaderwet ZBO's zal bijdragen aan de verduidelijking van de reikwijdte van de ministeriële verantwoordelijkheid. Zo regelt het wetsvoorstel al een grote mate van aanscherping en verduidelijking van de verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen minister en ZBO's. De Eerste Kamer zal dan ook worden verzocht de behandeling van deze wet voort te zetten. 
 
bron:RVD

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular