Het openbaar ministerie heeft besloten in alle 16 strafzaken in de bouwfraude waarin de Rotterdamse rechtbank op 9 juni 2005 uitspraak heeft gedaan hoger beroep in te stellen.
De belangrijkste reden om hoger beroep in te stellen is dat het OM zich niet kan verenigen met het oordeel van de rechtbank over een aantal juridische aspecten, zoals nietigheid van de tenlastelegging en niet-ontvankelijkheid van het OM wegens verjaring.
Ook de opvatting van de rechtbank dat vervolging van vergrijpen vanwege de mededingingswet na 1 januari 1998 niet mogelijk is en de uitsluiting van bewijsmateriaal in verband met de parlementaire enquàªte vragen naar het oordeel van het OM om een hoger rechterlijk oordeel.
bron:OM