Van de huishoudens met lage inkomens hebben in Utrecht echtparen met kinderen het minst te besteden. Zij houden bijna geen geld over voor extra kleding, uitjes of hobbies. De financiële positie van huishoudens met een minimuminkomen is in Utrecht over het algemeen beter dan gemiddeld in Nederland.

Dat komt door de verschillende Utrechtse regelingen voor inkomensondersteuning. Dit zijn conclusies uit de Minima-effectrapportage Gemeente Utrecht 2005. Dit onderzoek wordt elke twee jaar door het NIBUD gedaan om de invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens vast te stellen. De gemeente gebruikt de resultaten voor de verdere ontwikkeling van het minimabeleid.

De centrale vraag van het onderzoek is: Wat is het effect van landelijke en lokale inkomensondersteundende regelingen op de financiële positie van huishoudens met een laag inkomen in de gemeente Utrecht? Er wordt gekeken naar verschillende huishoudens die in Utrecht veel voorkomen: alleenstaanden onder en boven 65 jaar, echtparen onder en boven 65 jaar, eenoudergezinnen met jonge en met oudere kinderen en echtparen met jonge en oudere kinderen. De rapportage laat zien welke effecten de landelijke en gemeentelijke maatregelen hebben op de koopkracht van deze huishoudens bij verschillende inkomens, namelijk: netto minimuninkomen (WWB of AOW), 110% van het netto minimuminkomen en 120% van dit inkomen. Er wordt gekeken hoeveel mensen te besteden hebben na het doen van noodzakelijke uitgaven voor onder meer wonen, voeding, kleding, gezondheid en verzekeringen (het basispakket). Het geld dat overblijft kan besteed worden aan bijvoorbeeld extra kleding, vakantie of hobby (het restpakket).

Bijna geen geld voor extra kleding of hobby
Echtparen met twee oudere kinderen of vier kinderen en echtparen met twee jonge kinderen en een hoge huur hebben na de noodzakelijke uitgaven bijna geen geld meer over. Echtparen met vier kinderen zijn er financieel het slechtst aan toe.

Een echtpaar met vier kinderen (6,8,12 en 14 jaar), een WWB-uitkering en een hoge huur heeft, na betaling van de noodzakelijke uitgaven, per maand slechts ¤ 35 over voor andere uitgaven. Voor een echtpaar met twee jonge kinderen (8 en 10 jaar), een WWB-uitkering en een hoge huur is dit ¤ 42. Dat betekent dat er geen geld is voor extra kleding, vakantie, hobbies, schoolreisjes, et cetera.

Zaken zoals kinderbijslag zijn duidelijk niet voldoende om de extra uitgaven voor meer kinderen op te vangen. Dit is een landelijk beeld. In Utrecht hebben huishoudens met kinderen wel profijt van het SchoolExtrafonds, dat sinds 2005 bestaat. Dit houdt in dat mensen die een U-pas en kinderen van 12 tot en met 16 jaar hebben, per schooljaar per kind maximaal ¤ 100 vergoed kunnen krijgen voor schoolactiviteiten. Als gevolg van dit fonds zijn - vergeleken met 2003 - eenoudergezinnen met oudere kinderen financieel minder slecht af en is het verschil in koopkracht tussen huishoudens met oudere en met jonge kinderen minder groot. Gemeentelijke regelingen doen er dus wel degelijk toe.

De huishoudens van 65 jaar of ouder en het eenoudergezin met jonge kinderen hebben het meeste profijt van landelijke en lokale regelingen voor inkomensondersteuning.

Een eenoudergezin met twee jonge kinderen (8 en 10 jaar), een WWB-uitkering en een hoge huur houdt, na betaling van de noodzakelijke uitgaven, per maand ¤ 180 'over' voor zaken zoals een keer naar de film, een hobby, een cursus of een abonnement op een tijdschrift. Een echtpaar dat ouder is dan 65 jaar, met een AOW-uitkering en een hoge huur kan per maand ¤ 265 aan dit soort zaken besteden.

Utrechtse regelingen
Utrecht heeft een ruimhartig armoedebeleid. De regelingen voor minima zijn: kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen, U-pas, SchoolExtra, Woonlastenfonds, Optimaal ziektekostenverzekering, regeling zelfzorgmiddelen, kinderopvangregeling. Regelingen voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten zijn: woonvoorziening, vervoervoorziening, periodieke uitkering voor chronisch zieken en individuele bijzondere bijstand.

In Utrecht beter af
Het NIBUD concludeert dat de financiële positie van huishoudens met een minimuminkomen in Utrecht over het algemeen beter is dan gemiddeld in Nederland. Dit, terwijl de huren hier hoger zijn dan gemiddeld in Nederland en huursubsidie dit niet volledig compenseert. Het Utrechtse woonlastenfonds helpt hierbij, vooral voor alleenstaanden en eenoudergezinnen. Het kwijtscheldingsbeleid is in Utrecht beter dan gemiddeld in Nederland en de kosten van de Optimaal ziektekostenverzekering lage (met een ruim dekkingspakket). Ook de U-pas en de regeling voor zelfzorgmiddelen leveren een belangrijke bijdrage.

Het NIBUD adviseert de gemeente Utrecht dan ook om dit soort regelingen te behouden en te stimuleren dat mensen er gebruik van maken.

bron:Gemeente Utrecht

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular