Het Letterkundig Museum heeft onlangs de literaire nalatenschap verworven van Kees Ouwens (1944-2004). Ouwens debuteerde in 1968 met de dichtbundel Arcadia en de roman De strategie. Twee jaar voor zijn dood in 2002 verscheen de verzamelbundel Alle gedichten tot dusver.

Op een volstrekt authentieke en compromisloze manier heeft Ouwens in zijn dichtbundels en romans een zoektocht naar de grenzen van het menselijk bewustzijn gethematiseerd. Zijn werk is wars van anekdotiek en sterk gericht op het in essentiële termen omschrijven van gemoedsstemmingen: ' O, ik hield van mij,/ En daarom weende ik, alsof ik verloren ging.'

In 2002 ontving Kees Ouwens voor zijn gehele oeuvre de Constantijn Huygensprijs. Dichter en criticus Rob Schouten typeerde het als hermetisch geldende werk van Ouwens met 'de grote indruk die het op sommige lezers maakt, impliceert ook haast steevast een soort ontzag voor het geheimzinnige en onbetrapbare van deze schrijver, voor de meer dan verwoede inzet waarmee hij zich aan (..) gemakkelijke betekenisgeving onttrekt.'

De literaire nalatenschap van Kees Ouwens omvat manuscripten en typoscripten van bundels als Klem (1984), Droom (1988) en Myhologieën (2000) en diverse versies van de romans Een twee drie vier*(1994) en Helis' mythe (1998). Ook tal van persoonlijke documenten zoals foto's, agenda's, telefoonboekjes en rekeningen maken deel uit van de nalatenschap, evenals een horloge, een spierspanner, een typemachine en een hanger met Maria-afbeelding.
Van algemeen literair belang is de uitgebreide correspondentie met onder anderen Robert Anker, Rein Bloem, Kees 't Hart, Huub Oosterhuis, Thomas Rosenboom, Kees Verheul en Joost Zwagerman. Ook de briefwisselingen met uitgevers en redacties van literaire tijdschriften zijn bewaard gebleven.

Tot 17 juli 2005 is in de studiezaal van het Letterkundig Museum een keuze uit deze uitgebreide nalatenschap te zien bestaande uit foto's, handschriften en parafernalia.

bron:Letterkunig Museum

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular