Minister Hirsch Ballin neemt maatregelen
om herhaling van problemen bij de Stichting de Thuiskopie te
voorkomen. Ontvangen thuiskopievergoedingen worden voortaan zo snel
mogelijk en tegen zo laag mogelijke kosten verdeeld onder
rechthebbenden. Het jaarverslag en de jaarrekening van de Stichting
worden openbaar gemaakt.

Verder handhaaft de minister het
thuiskopiestelsel zolang de geïncasseerde vergoedingen niet
zijn verdeeld. Daarom blijven de vastgestelde tarieven en de lijst
van heffingplichtige voorwerpen, waaronder de blanco cd en dvd,
voorlopig tot 1 januari 2009 ongewijzigd.

Er komt in de tussenliggende periode
overleg met alle betrokken partijen over het stelsel van
thuiskopievergoedingen. De maatregelen volgen op een eerder besluit
van minister Hirsch Ballin om het toezicht op de collectieve
beheersorganisaties aan te scherpen en te verbreden. Een en ander
blijkt uit een brief die hij vandaag naar de Tweede Kamer heeft
gestuurd.

De bewindsman reageert op een
eindrapportage van het College van Toezicht Auteursrechten (CvTA)
over de Stichting de Thuiskopie. Het College heeft onderzoek gedaan
naar aanleiding van klachten, vooral over de financiële
verantwoording en de verdeling van gelden. Stichting de Thuiskopie
is een privaatrechtelijke instelling, aangewezen om de vergoeding
voor het maken van thuiskopieën te innen en te verdelen onder
rechthebbenden. Zij verdeelt niet zelf maar wijst daarvoor
zogenaamde verdeelorganisaties aan die het geld uitkeren.

Stichting de Thuiskopie heeft met een plan
van aanpak al veel gedaan om de situatie te verbeteren. Zo is de
aanwijzing van haar verdeelorganisaties aangescherpt en worden in
de jaarlijkse financiële verantwoording de verdeling van de
thuiskopiegelden, de inhoudingen en de reserveringen beter tot
uitdrukking gebracht. Verder is een rapportage gemaakt over de
incassojaren 2004 en 2005, aldus het College.

Ook heeft de toezichthouder er voldoende
vertrouwen in dat de Stichting de Thuiskopie in staat is de
resterende problemen, waaronder nog niet verdeelde gelden, te
verhelpen. Maar dit vereist grote inspanningen, waarvan de
resultaten uit volgende rapportages moeten blijken.

In de eindrapportage staat dat er bij de
ingeschakelde verdeelorganisaties in de loop der jaren circa 57
miljoen euro is opgebouwd voor verdeling onder rechthebbenden die
niet kunnen worden getraceerd en soms ook niet (meer) bestaan. Dit
getal moet volgens door Stichting de Thuiskopie overgelegde
informatie worden ge nuanceerd, omdat een aanzienlijk deel van het
bedrag in 2005 nog niet het gebruikelijke proces van verdeling had
doorlopen.

Sommige verdeelorganisaties hanteren
daarbij een termijn van drie jaar, andere een periode van vijf
jaar. Afhankelijk daarvan gaat het om een bedrag tussen de 15 en 25
miljoen euro aan onverdeeld geld. Verder zijn de nodige gelden
gereserveerd in verband met lopende rechtszaken. Een deel van het
bedrag zal inmiddels tot uitkering zijn gekomen dan wel op korte
termijn kunnen komen.

Dat laat onverlet dat er veel onverdeeld
geld is, gezien de totale omvang van de incasso in 2005 van circa
26 miljoen euro. Het CvTA heeft Stichting de Thuiskopie daarom
gevraagd met voorstellen te komen om het bedrag aan onverdeelde
gelden af te bouwen. Momenteel overleggen beide instanties
hierover.

Omdat het College zijn vertrouwen in
Stichting de Thuiskopie uitspreekt, is er op dit moment geen
aanleiding om de aanwijzing in te trekken. Ik hecht sterk aan het
oordeel van het CvTA, aldus de minister in zijn brief. Maar de
kwestie van de onverdeelde gelden acht ik vanuit mijn
verantwoordelijkheid voor het auteursrecht, waaronder het goede
functioneren van het thuiskopiestelsel,zorgelijk. Daarom zal het
College strikt toezien op een zorgvuldige uitvoering van de
aangekondigde maatregelen die noodzakelijk zijn met het oog op de
toekomst.

Verder wordt de Stichting de Thuiskopie
verplicht om de geïnde gelden binnen drie jaren volgend op het
jaar van de incasso te verdelen. Deze voorziening moet voorkomen
dat onverdeelde gelden ook in de toekomst kunnen accumuleren.
Onverdeelbare gelden vloeien terug naar de betalingsplichtigen -
producenten en importeurs van blanco dragers - via een verrekening
met toekomstige incasso. Dat laatste geldt ook voor de onverdeelde
gelden die in het verleden zijn opgebouwd, en uiteindelijk niet
kunnen worden uitgekeerd.

Tot slot wordt het CvTA gevraagd om te
onderzoeken of en zo ja hoeveel onverdeelde geld er is bij de
andere onder zijn toezicht ressorterende collectieve
beheersorganisaties. Afhankelijk van de resultaten komen er
maatregelen om onverdeelde gelden met inachtneming van de belangen
van rechthebbenden en betalingsplichtigen juist, tijdig en
efficiënt af te bouwen.

bron:MinJus

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular