De rechtbank te Breda heeft een 18 jarige "medewerkster wonen", werkzaam bij de stichting Sovak, wegens "dood door schuld" veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 100 uur. De rechtbank acht bewezen dat de medewerkster een meervoudig gehandicapte vrouw, die aan de zorgen van Sovak was toevertrouwd, in een te heet bad heeft getild waardoor 47% van haar huid is verbrand. Aan de gevolgen daarvan is de vrouw uiteindelijk overleden. Verdachte heeft nagelaten de watertemperatuur te controleren.
Strafoverweging
Bij de straf heeft de rechtbank enerzijds laten wegen dat de gebeurtenissen de ouders en de maatschappij diep hebben geraakt en anderzijds dat de dood bij verdachte een groot schuldgevoel heeft opgewekt en dat zij ondanks haar jeugdige leeftijd publiekelijk in de zittingzaal verantwoording heeft moeten afleggen. Naar het oordeel van de rechtbank is een straf op zijn plaats gelet op de ernstige gevolgen en in het kader van generale preventie.
De officier van justitie had 140 uren werkstraf gevorderd.
Bij de straf heeft de rechtbank enerzijds laten wegen dat de gebeurtenissen de ouders en de maatschappij diep hebben geraakt en anderzijds dat de dood bij verdachte een groot schuldgevoel heeft opgewekt en dat zij ondanks haar jeugdige leeftijd publiekelijk in de zittingzaal verantwoording heeft moeten afleggen. Naar het oordeel van de rechtbank is een straf op zijn plaats gelet op de ernstige gevolgen en in het kader van generale preventie.
De officier van justitie had 140 uren werkstraf gevorderd.
Bron: Rechtbank Breda