Op vrijdag 8 april jongstleden hebben de Verenigde Staten het KLM-toestel met vluchtnummer KL 685 geweigerd toe te laten tot hun luchtruim. Naar aanleiding daarvan hebben de Kamerleden Wilders (Groep Wilders), Vos (GroenLinks), Griffith en De Krom (beiden VVD) en Van Heemst en Verdaas (beiden PvdA), vragen gesteld. De minister geeft met name een feitenrelaas en verwijst voor de rechtmatigheid van het Amerikaanse optreden jegens een Nederlandse firma naar de Amerikaanse rechter.De minister wijst elke verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid van de hand.

Op vrijdag 8 april arriveerden de twee personen in kwestie op de luchthaven Schiphol. Aangezien zij beiden reizigers in transit waren afkomstig van de luchthaven Londen Heathrow, waarvoor een transfervisum niet vereist is, zijn zij op de luchthaven Schiphol niet de controle van de Koninklijke Marechaussee gepasseerd. Vervolgens zijn zij aan boord gegaan van het KLM-toestel met vluchtnummer KL 685. Dit toestel steeg 's middags op met bestemming Mexico City, zonder tussenlanding in de Verenigde Staten. Aan boord bevonden zich 278 passagiers en 15 paarden. t OOk voor het vertrek van de KL 685 zijn twee andere mensen die op deze vlucht zouden meereizen, zijn aangehouden. Deze aanhouding had niets te maken met de twee personen van de No Fly List. Terwijl het toestel zich in het Canadese luchtruim bevond, weigerden de Verenigde Staten om voornoemde reden het KLM-toestel toe te laten tot hun luchtruim. Vanwege bedrijfsmatige redenen heeft KLM besloten het toestel niet in Canada te laten landen. Nadat het toestel na terugkomst weer op Schiphol was geland, zijn betrokkenen door de Koninklijke Marechaussee staande gehouden, mede ter vaststelling van hun identiteit. Tevens zijn ten aanzien van deze passagiers de relevante politiële en justitiële bestanden geraadpleegd. Er was geen grond om hen aan te houden. Aangezien zij niet in het bezit waren van een visum voor Nederland, maar wel van een visum voor het Verenigd Koninkrijk, heeft de Koninklijke Marechaussee beide personen een nacht in vreemdelingenbewaring gehouden. De volgende dag zijn beide personen met de eerstvolgende vlucht naar Londen Heathrow vetrokken. Zij zijn vervolgens na aankomst in Londen opgehouden voor verhoor en zondagavond teruggestuurd naar hun land van herkomst.  
 

Krachtens de overeenkomst van 28 mei 2004 tussen de Verenigde Staten en de Europese Gemeenschap heeft US Customs & Border Protection het recht op elektronische toegang tot bepaalde passagiersgegevens in de reserveringssystemen van EU-luchtvaartmaatschappijen indien het vluchten met bestemming Verenigde Staten betreft. Dit systeem van gegevensvergaring door de bevoegde Amerikaanse autoriteiten wordt een pull-systeem genoemd. In de overeenkomst wordt uitdrukkelijk bepaald dat dit systeem zo snel mogelijk zal worden omgezet naar een push-systeem waarbij de luchtvaartmaatschappijen de betreffende passagiersgegevens naar de bevoegde Amerikaanse autoriteiten zenden. De introductie van een push-systeem vereist een aantal technische en organisatorische aanpassingen die op dit moment nog niet zijn gerealiseerd. Bij de ontwikkeling van dit systeem is de Europese Commissie betrokken. Met de introductie van het push-systeem wordt tegemoet gekomen aan de bezwaren van het Europees Parlement op dit punt.
 
De overeenkomst tussen de Verenigde Staten en Europa is van toepassing op alle vluchten met bestemming Verenigde Staten. Dit betekent dat voor de vluchten waarbij gebruik gemaakt wordt van het luchtruim van de Verenigde Staten, doch aldaar niet landen, deze verstrekking van passagiersgegevens niet plaatsvindt.  
 
De Amerikaanse Transportation Security Administration (TSA) houdt een lijst van personen bij die naar het oordeel van de Amerikaanse autoriteiten vanwege een mogelijke relatie met terrorisme, geen toegang krijgen tot de Verenigde Staten. Naar het oordeel van de Amerikaanse autoriteiten valt hieronder ook het luchtruim. Deze zogenoemde No Fly List maakt TSA bekend aan de luchtvaartmaatschappijen. De luchtvaartmaatschappijen controleren vervolgens of de passagiers die zij willen vervoeren, op deze lijst voorkomen. Indien blijkt dat de naam van een persoon inderdaad op de No Fly List staat vermeld, is het de luchtvaartmaatschappij door de Amerikaanse autoriteiten niet toegestaan deze persoon te vervoeren naar of over het grondgebied van de Verenigde Staten. De luchtvaartmaatschappij moet zelf de passagierslijst van een vlucht vergelijken met de No Fly List. Dit laatste is in het geval van de KL 685 niet gebeurd. Naar de opvatting van de Amerikaanse autoriteiten is dit onjuist.

Uit het vorenstaande kan derhalve worden geconstateerd dat de No Fly List los staat van de afspraken tussen de Verenigde Staten en de Europese Gemeenschap. Het weigeren van het KLM-toestel op 8 april jl. betrof de handhaving door de Amerikaanse autoriteiten van hun eigen wet- en regelgeving. 

Zoals hiervoor reeds is aangegeven laten de Amerikaanse autoriteiten personen die op de No Fly List zijn vermeld, niet toe tot hun grondgebied en luchtruim. Het KLM-toestel kon daarom niet landen in de Verenigde Staten. KLM had de mogelijkheid om het toestel in Canada te laten landen maar heeft vanwege bedrijfsmatige redenen besloten om te keren.
 
Reeds enkele jaren verplichten de Verenigde Staten de luchtvaartmaatschappijen de No Fly List te gebruiken. Er is geen sprake van nieuw beleid. Voor zover bekend is het nog niet eerder voorgekomen dat een toestel van een Nederlandse luchtvaartmaatschappij om deze reden de toegang tot het Amerikaanse luchtruim is geweigerd. In Nederland of elders in Europa wordt niet met soortgelijke lijsten gewerkt. Van een uitwisseling van soortgelijke lijsten is geen sprake.  
 
Los van het feit dat Nederland geen soortgelijke lijst heeft als de No Fly List, waren er volgens de minister onvoldoende gronden en indicaties aanwezig om op te treden. Om die reden zijn er door de Nederlandse overheid dan ook geen vervolgstappen jegens beide personen ondernomen. Na aankomst in Londen zijn beide personen teruggestuurd naar hun land van herkomst. De Verenigde Staten hebben mij vertrouwelijk mededelingen gedaan over de weigering en de achtergronden van de twee personen.  
 
De geweigerde toegang tot het Amerikaanse luchtruim heeft kosten met zich meegebracht. De kosten zijn voornamelijk van operationele aard, zoals de kosten voor kerosine, overnachtingskosten voor de overige 285 passagiers en de kosten voor het regelen van een nieuwe vlucht naar Mexico City en zijn mede veroorzaakt door de keuze van KLM om om te keren. Deze kosten zijn gemaakt als gevolg van de toepassing van de Amerikaanse regelgeving die de KLM dient na te leven. Wie uiteindelijk de gemaakte kosten zal dragen, is een zaak tussen de KLM en de betrokken Amerikaanse autoriteiten.  
 
De vraag of verdacht bevonden passagiers recht op inzage in de motieven en overwegingen van Amerikaanse zijde hebben, kan uitsluitend door de Amerikaanse overheid worden beantwoord. Het betreft hier immers maatregelen voor het luchtverkeer in de Verenigde Staten, waaronder het Amerikaanse luchtruim. Dit valt onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de Verenigde Staten. De Nederlandse overheid heeft geen verantwoordelijkheid in deze.   
 

bron:Ministerie van Justitie

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular