De Europese Unie en haar lidstaten moeten bij de onderhandelingen over de nieuwe overeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) een voorkeurspositie eisen voor het midden- en kleinbedrijf in eigen land bij overheidsaanbestedingen. De Verenigde Staten hebben dit tien jaar geleden al geregeld. MKB-Nederland en twintig hightech bedrijven willen dat Europese mkb-ondernemingen dezelfde rechten krijgen als de Amerikaanse.

Dankzij de voorkeurspositie kunnen de Europese overheden een bepaald deel van de opdrachten reserveren voor het eigen mkb. Dat zo'n maatregel werkt, bewijst de Amerikaanse situatie. De overheid daar besteedt in technologisch innovatieve sectoren jaarlijks 40 procent van de opdrachten bij het mkb, met een waarde van 95 miljard dollar. De EU-landen blijven steken op 5 procent.

Om de concurrentiepositie met de VS helemaal gelijk te trekken, moet tegelijkertijd de Amerikaanse markt voor openbare aanbestedingen zich openen voor Europese mkb-bedrijven, vindt MKB-Nederland. Andersom is dit al het geval. De wereldmarkt moet vrij en wederkerig toegankelijk zijn, aldus de ondernemersorganisatie.

MKB-Nederland acht het een absolute misser dat de Europese delegatie in de WTO in 1995 heeft zitten ´slapen'; zij stemde in met een uitzonderingsclausule voor de VS, maar claimde geen voorkeurspositie voor het Europese mkb.

De nieuwe WTO-overeenkomst wordt voor de komende tien jaar vastgesteld. Nederland, Brussel en de EU-lidstaten moeten daarom snel in actie komen, vindt MKB-Nederland. Vandaag vergadert de Tweede Kamer over de WTO.

bron:MKB

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular