Het Nationale Rotsplantenweekend in de Utrechtse Botanische Tuinen (16 en 17 april) staat in het teken van Huislook of Donderblad. Wie zijn huis wil beschermen tegen de bliksem, kan er niet zonder! Op de traditionele verkoopmarkt kunt u dit jaar, vanwege het 20-jarig jubileum van de Nederlandse Rotsplanten Vereniging (NRV), een extra aanbod van buitenlandse kwekers en liefhebbers verwachten.
Huislook of Donderblad (Sempervivum spec.) is een bekende plant die iedereen vast wel eens heeft zien groeien op een oud pannendak of een muur. Vroeger werd de plant vaak op daken van huizen aangeplant, omdat men dacht zo blikseminslag te kunnen voorkomen. De naam Donderblad is van deze oude gewoonte afgeleid.
Bezoekers kunnen tijdens het weekend voor EUR 5,- een eigen bliksemafleider maken. Mensen van de Rotsplantenvereniging helpen u een stuk natuursteen met twee soorten Sempervivum te beplanten en geven advies over de verzorging.
Meestal wordt maar een klein aantal soorten voor verkoop aangeboden, maar het geslacht Sempervivum omvat zo'n 50 echte soorten, met daarnaast nog een groot aantal kruisingen. Tijdens het weekend kunt u uitgebreid kennismaken met deze eenvoudig te kweken planten en diverse verwante plantengroepen die er veel op lijken.
Sempervivum-soorten zijn natuurlijk ook te koop. U vindt ze op de grote plantenmarkt van de NRV met een enorm aanbod aan rotsplanten en deelnemers uit binnen- en buitenland. Dit jaar zullen vanwege het 20-jarig jubileum van de NRV meer buitenlandse verkopers aanwezig zijn. De verkopers zijn topkwekers op rotsplantengebied, maar ook enthousiaste liefhebbers die u graag adviseren en op weg helpen in het rotstuinieren. De markt duurt tot 15.00 uur. Het aantal verkopers is op zondag lager, maar er is ook dan een behoorlijk gevarieerd aanbod. Op beide dagen start om 13.30 uur een rondleiding door de grote rotstuin van de Botanische Tuinen. Hier kunt u, naast een aantal verschillende Sempervivum-soorten, tal van andere rotsplanten bewonderen en hoort u meer over de aanpassingen van planten aan de bijzondere omstandigheden van hun natuurlijke omgeving.
bron:Universiteit Utrecht