Pakistan kan voor de komende vier jaar rekenen op Nederlandse steun voor het
basisonderwijs. Voor 2006 is dertig miljoen euro beschikbaar. Dat heeft minister Van
Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) vandaag tijdens haar ontmoeting met de Pakistaanse premier Aziz bekendgemaakt. Ook in Pakistan moeten alle kinderen naar school. Daar wil Nederland de komende jaren aan bijdragen. Bijzondere aandacht zal daarbij uitgaan naar de voorschoolse ontwikkeling van jonge kinderen en de kwaliteit van het onderwijs en het lesmateriaal. Dit betekent dat Nederland het ontwikkelingsprogramma in Pakistan  uitbreidt met onderwijs.

Van Ardenne: 'In 2015 moeten ook in Pakistan alle kinderen in de klas zitten en gaan evenveel meisjes als jongens naar school. Nederland gaat de provincies in Pakistan, die zelf hun onderwijsprogramma's maken, helpen om deze Millennium Ontwikkelingsdoelen te halen. Pakistan is zelf verantwoordelijk voor het onderwijs in hun land, Nederland ondersteunt financieel en kan adviseren.' Op dit moment gaat in Pakistan nog maar 58 % van de kinderen naar school en het aantal meisjes dat naar school gaat is bijna de helft minder dan het aantal jongens (6:10). Daarom zal in het Pakistaanse onderwijsprogramma een extra inzet nodig zijn om meer meisjes naar school te krijgen.

Het bezoek van de minister stond niet alleen in het teken van de ontwikkelingsrelatie met Pakistan. Ook heeft Van Ardenne samen met haar Ierse collega Lenihan een bezoek gebracht aan het door de aardbeving getroffen gebied in Pakistan. Zo was zij in het Nederlandse militaire veldhospitaal in Bagh waar tot nu toe dagelijks zo'n 100-150 patienten zijn behandeld.  Met de verschillende hulpoperaties zijn al veel mensen bereikt en nog iedere dag weten mobiele medische teams en hulporganisaties mensen in de meest afgelegen gebieden te helpen met onderdak, voedsel en noodzakelijke medische zorg. In een aantal dorpen zijn mensen zelf bezig met het bouwen van een tijdelijk onderkomen om de winter door te komen.

Van Ardenne: 'We moeten mensen vooral in staat stellen om zelf weer aan hun toekomst te bouwen, zelf een rol te spelen in het herstel van hun land. Dat geeft zelfrespect.' In Pakistan is veel waardering voor de snelheid waarmee zowel de Nederlandse regering als de Nederlandse hulporganisaties na de aardbeving twee maanden geleden ter plekke hulp konden verlenen. Het Rode Kruis was binnen 2 dagen ter plekke met de nodige hulpgoederen voor de slachtoffers. Dokters van de Wereld en Save the Children konden binnen enkele dagen medische hulp verlenen, dankzij financiële toezeggingen van de minister. De Nederlandse regering heeft voor de noodhulp aan Pakistan in totaal 28 miljoen euro beschikbaar gesteld waarvan 10 miljoen euro via Unicef wordt ingezet om de kinderen weer zo snel mogelijk onderwijs te geven, veelal in tenten. Via de Samenwerkende Hulporganisaties is door het Nederlandse publiek nog eens ruim 30 miljoen euro voor Pakistan bijeengebracht.

bron:BZ

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular