Inwoners van de EU kunnen steeds langer van hun pensioen genieten, doordat de levensverwachting de afgelopen honderd jaar enorm is gestegen. Wel zijn er grote verschillen tussen de landen en tussen mannen en vrouwen onderling. De gemiddelde pensioenduur in Nederland bedraagt voor mannen 15,2 en voor vrouwen 18,9 jaar. Hiermee scoort Nederland beduidend lager dan koploper Frankrijk (mannen: 20 jaar, vrouwen: 25,2 jaar). Dit blijkt uit de nieuwste editie van de Aon Consulting Eurometer die Aon vandaag heeft gepubliceerd. 

De gemiddelde pensioenduur voor mannen in de EU loopt uiteen van 13,6 jaar in Polen tot 20 jaar in Frankrijk: een verschil van 6,4 jaar. De gepensioneerde levensfase van EU-vrouwen duurt veel langer. Deze varieert van 17,7 jaar in Ierland tot 25,2 jaar in Frankrijk: een verschil van 7,5 jaar. 
 
De gemiddelde pensioenduur wordt beïnvloed door twee factoren: de wettelijke pensioengerechtigde leeftijd en de gemiddelde levensverwachting. De wettelijke pensioengerechtigde leeftijd loopt sterk uiteen tussen de 25 lidstaten van de Europese Unie. Er zijn met name verschillen tussen het oosten en het westen van de unie. In Slowakije gaan vrouwen al op hun 55ste met pensioen. Dit is de laagste wettelijke pensioengerechtigde leeftijd in de EU. De andere Oost-Europese landen kennen voor vrouwen een pensioengerechtigde leeftijd tussen 58 en 60, terwijl deze leeftijdsgrens in de meeste West-Europese landen op 65 is vastgesteld. Ook mannen gaan in de meeste Oost-Europese landen eerder met pensioen dan in West-Europa, waar de pensioengerechtigde leeftijd meestal 65 bedraagt. 
 
Toen de Pruisische kanselier Bismarck in 1889 het eerste staatspensioen instelde, bedroeg de gemiddelde levensverwachting slechts 45 jaar. Dit pensioen was bedoeld als basisinkomen voor het handjevol mensen dat de leeftijd van 65 bereikte. Nu, meer dan een eeuw later, ziet de werkelijkheid er heel anders uit: de meeste mensen bereiken de pensioengerechtigde leeftijd en kunnen er veel langer van genieten dan indertijd werd voorzien. 
 
De pensioenduur wordt ook beïnvloed door de gemiddelde levensverwachting. Deze varieert aanzienlijk tussen de lidstaten en is nog steeds lager in de Oost-Europese landen. Gemeten vanaf 65-jarige leeftijd hebben mannen in Slowakije de laagste levensverwachting: zij worden gemiddeld 76 jaar oud. Zweedse mannen hebben met 81,9 jaar de hoogste levensverwachting in de EU. Slowakije heeft ook de laagste levensverwachting voor vrouwen (gemiddeld 80,7 jaar). Franse vrouwen voeren de lijst aan met een gemiddelde levensverwachting van 85,9 jaar. In Nederland is dit 80,2 jaar voor mannen en 83,9 jaar voor vrouwen. 
 
Ondanks hun lagere levensverwachting genieten Oost-Europese vrouwen veel langer van hun pensioen dan de meeste vrouwen in het westelijk deel van de EU. Dit komt, doordat zij eerder met pensioen gaan. 
 
Hoe langer de inwoners met een pensioen leven, des te langer moeten overheden en pensioenfondsen pensioenuitkeringen uitbetalen. Veel regeringen in Europa overwegen maatregelen om deze pensioendruk te verlichten door de staatspensioenen te versoberen en/of de wettelijke pensioengerechtigde leeftijd te verhogen. Pijnlijke ingrepen zijn onvermijdelijk om een pensioencrisis te voorkomen. 
 
bron:AON

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular