De rechtbank van 's-Gravenhage heeft gisteren de Nederlandse man die ervan werd verdacht in de nacht van 7 op 8 november 2004 met een Duitse medeverdachte een Belgische man op het strand van Katwijk van het leven te hebben beroofd, vrijgesproken van het medeplegen van moord of doodslag en van medeplichtigheid aan moord of doodslag. De man is wel tot een gevangenisstraf van acht jaar veroordeeld wegens diefstal, diefstal met geweld, afpersing en wederrechtelijke vrijheidsberoving.

De man en zijn Duitse medeverdachte hebben elkaar leren kennen in een gevangenis in Duitsland. Zij hebben in korte tijd een aantal strafbare feiten gepleegd in Nederland en België. In Turnhout hebben zij een Belgische man, een willekeurig slachtoffer, voor de garage van zijn woning overvallen. Daarbij hebben zij onder meer bankpassen, een mobiele telefoon en een portemonnee van het slachtoffer gestolen. Het slachtoffer, dat gewond was, werd gedwongen om in de kofferbak van zijn eigen auto plaats te nemen. De mannen zijn vervolgens naar een bos gereden waar zij de pincodes van het slachtoffer afhandig maakten. Bij een geldautomaat hebben zij geld opgenomen van rekeningen van het slachtoffer. Het slachtoffer werd uiteindelijk via Amsterdam naar Katwijk gereden en daar op het strand door de Duitse medeverdachte van het leven beroofd. De Nederlandse verdachte is niet aanwezig geweest bij de levensbeëindiging van het slachtoffer door de medeverdachte.

De rechtbank heeft de Nederlandse verdachte vrijgesproken van het medeplegen van moord of doodslag omdat naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende wettig en overtuigend is komen vast te staan dat het opzet van de man gericht was op de levensbeëindiging van het slachtoffer. Ook bieden het dossier en het verhandelde ter zitting volgens de rechtbank onvoldoende bewijs dat hij, door met de medeverdachte naar het strand van Katwijk te rijden, welbewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de medeverdachte tot levensberoving van het slachtoffer zou overgaan.

De Nederlandse verdachte is ook vrijgesproken van medeplichtigheid aan moord of doodslag. Naar het oordeel van de rechtbank was er geen sprake van behulpzaam zijn bij doodslag of moord en waren de gedragingen van de verdachte onvoldoende om te spreken van opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van het misdrijf.

bron:Rechtbank Den Haag

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular