Haarlem, 20 december 2004 - De rechtbank Haarlem heeft een 37-jarige
man veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen jaar en TBS wegens de
moord op zijn echtgenote. Het delict vond plaats op 12 maart 2004 in de
directe omgeving van het Blijf-van-mijn-lijfhuis te Koog aan de Zaan.

Anders dan de verdediging achtte de rechtbank ook de voorbedachte raad
- en daarmee moord - bewezen. Daarvoor verwees de rechtbank onder meer
naar de aanschaf van het gebruikte wapen in januari 2004, het meenemen
daarvan door de verdachte tijdens zoektochten naar zijn vrouw, de
eerste verklaringen die de verdachte omtrent zijn handelen heeft
afgelegd, en ook naar de aangifte van mishandeling en bedreiging die
het slachtoffer eerder tegen de man had gedaan.
Ter toelichting op de strafmaat refereerde de rechtbank in de eerste
plaats aan de grote maatschappelijke onrust die het feit teweeg heeft
gebracht, mede omdat de verdachte bij herhaling geheime adressen van
het slachtoffer had achterhaald en het delict op klaarlichte dag in het
bijzijn van vele getuigen plaatsvond. Verder onderschreef de rechtbank
het oordeel van deskundigen van het Pieter Baan Centrum. Hun conclusie
was dat de verdachte lijdt aan een ernstige narcistische
persoonlijkheidsstoornis en dat de kans op herhaling aanwezig is. Ook
om die reden vond de rechtbank dat - naast een langdurige
vrijheidsstraf - terbeschikkingstelling met dwangverpleging op haar
plaats is.
Tot slot overwoog de rechtbank nog dat de deskundigen concludeerden dat
er in deze zaak geen sprake is van eerwraak. Mede daarom zag ook de
rechtbank geen grond het gebeurde als zodanig te bestempelen.

Bron: Gerechtelijke Organisatie

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular