Nieuw vaccin vermindert incidentie, ernst en duur van pijn door gordelroos. Uit het gepubliceerde onderzoek in The New England Journal of Medicine blijkt het vaccin ook de incidentie van gordelroos zelf en van postherpetische zenuwpijn te verminderen

ZOSTAVAX(tm) (zostervaccin, levend virus [Oka/Merck]), een vaccin tegen gordelroos dat momenteel wordt ontwikkeld door Sanofi Pasteur MSD / Merck & Co., Inc., vermindert de totale hoeveelheid pijn en ongemak bij gordelroos met 61 procent volgens een nieuw onderzoek dat het vaccin heeft vergeleken met een placebo bij ruim 38.500 mannen en vrouwen van 60 jaar en ouder. In het onderzoek verlaagde ZOSTAVAX bovendien de incidentie van hardnekkige zenuwpijn -- de meest voorkomende complicatie van gordelroos, die postherpetische neuralgie (PHN) wordt genoemd -- met 67 procent en de incidentie van gordelroos met 51 procent.

'We zijn dolblij dat de uitkomsten van het onderzoek dat in The New England Journal of Medicine is gepubliceerd voldoen aan of zelfs uitstijgen boven de vooraf vastgestelde succescriteria', aldus Michael N. Oxman, M.D, specialist in infectieziekten, werkzaam bij het San Diego VA Healthcare System en de universiteit van Californië in San Diego, alsmede onderzoeksleider en hoofdauteur van het artikel. 'Gordelroos is een veel voorkomende, vaak pijnlijke aandoening die plotseling kan ontstaan bij iedereen die ooit waterpokken heeft gehad. Mensen die last krijgen van de meest gebruikelijke complicatie van gordelroos, te weten PHN, kunnen weken, maanden of zelfs jaren pijn houden. Zelfs de aanraking van een hemd tegen het aangedane gebied kan voor iemand met PHN bijzonder pijnlijk zijn.'

De Phase III Shingles Prevention Study die in The New England Journal of Medicine van 2 juni staat gepubliceerd, omvatte een ruim vijf jaar durend onderzoek in 22 onderzoekscentra verspreid over de hele Verenigde Staten naar de preventie van gordelroos door het Department of Veterans Affairs (VA) in samenwerking met het National Institute of Allergy and Infectious Diseases (NIAID), een deel van de National Institutes of Health (NIH) en Merck.

Onderzoeksresultaten: Afname pijnklachten en incidentie van zowel PHN als gordelroos

Het onderzoek toont de werkzaamheid van ZOSTAVAX(tm) in vergelijking met placebo aan met betrekking tot alle gemeten eindpunten:

ZOSTAVAX(tm) zorgde voor een significante vermindering van 61,1 procent (p kleiner dan 0,001) van de incidentie, ernst en duur (Burden of Illness - BOI) van de pijn en het ongemak in relatie tot gordelroos; de BOI-score bedroeg 2,21 voor de vaccingroep (N=19.254) in vergelijking met een score van 5,68 bij de placebogroep (N=19.247);

ZOSTAVAX(tm) zorgde voor een significante verlaging met tweederde (66,5 procent) (p kleiner dan 0,001) van de incidentie van hardnekkige zenuwpijn na gordelroos (PHN); in de vaccingroep was er sprake van 27 PHN-gevallen (N=19.254) in vergelijking met 80 gevallen bij de placebogroep (N=19.247);

ZOSTAVAX(tm) zorgde voor een significante afname van het totale aantal gevallen van gordelroos met 51,3 procent (p kleiner dan 0,001); in de vaccingroep was er sprake van 315 gevallen van gordelroos (N=19.254) in vergelijking met 642 gevallen in de placebogroep (N=19.247).

'Het in dit onderzoek onderzochte vaccin ZOSTAVAX(tm) zorgde voor een significante vermindering van de pijnklachten bij gordelroos en een significante afname van het aantal gevallen van PHN. Het onderzochte vaccin verlaagde ook het aantal gevallen van gordelroos op zich' aldus Jeffrey L. Silber, M.D., senior director Biologics and Vaccines Clinical Research bij Merck Research Laboratories, leider van het researchteam van Merck voor het onderzoek en medeauteur van het artikel. 'Het onderzochte vaccin bleek werkzaam voor deze eindpunten, ongeacht geslacht, leeftijd of andere demografische aspecten van de deelnemers.'

Over gordelroos

Gordelroos wordt veroorzaakt door de reactivering van het latent aanwezige varicella-zostervirus, dat ook verantwoordelijk is voor waterpokken. Gordelroos kan zich in eerste instantie manifesteren als een tinteling, jeuk of pijn aan à©à©n kant van het lichaam of het gezicht. Vervolgens ontwikkelt de aandoening zich tot een uitslag met blaasvorming die in vrijwel alle gevallen gepaard gaat met pijn die qua intensiteit en duur kan variëren.
Gordelroos kan complicaties meebrengen, waaronder een hardnekkige zenuwpijn (PHN) naderhand. PHN kan maanden of zelfs jaren aanhouden en uiteenlopen van een licht branderig gevoel tot een kloppende, stekende pijn.
Iedereen die waterpokken heeft gehad -- en dat is in Nederland meer dan 95 procent van de bevolking -- kan gordelroos krijgen. De aandoening komt vooral voor bij ouderen. In In Nederland melden zich alleen al 55.000 mensen per jaar bij de huisarts met klachten over gordelroos. Dit betekent dat het aantal gevallen gordelroos ruimschoots de 55.000 overtreft. Het aantal gevallen van gordelroos zal naar verwachting toenemen door de vergrijzing.
Het is zelfs zo dat naar schatting de helft van alle mensen die de leeftijd van 85 jaar bereiken op enig moment in hun leven gordelroos zal hebben gehad. Circa 25 tot 50 procent van de gordelroospatiënten boven de 50 jaar heeft achteraf last van hardnekkige, langdurige pijn (PHN).

Bevindingen op veiligheidsgebied

Het aantal ernstige bijwerkingen, systemische bijwerkingen en ziekenhuisopnames lag laag in het onderzoek. Tijdens de veiligheidsanalyses die gedurende de eerste 42 dagen na vaccinatie werden uitgevoerd, kwamen het aantal en de soorten ernstige bijwerkingen van de vaccingroep (N=255/19.270) overeen met die van de placebogroep (N=254/19.276). Ook de verdeling van de ernstige bijwerkingen over de orgaansystemen was bij beide groepen gelijk. Slechts vijf deelnemers hadden last van ernstige bijwerkingen die volgens de onderzoekers mogelijk verband hielden met het vaccin. Het betrof twee personen in de vaccingroep (verergering van astma en reumatische polymyalgie) en drie personen uit de placebogroep (anafylactoïde reactie, rheumatische polymyalgie en syndroom van Goodpasture). In genoemde periode kwam varicella-achtige (waterpokken) uitslag op de injectieplaats vaker voor bij de vaccingroep (N=20/19.270) dan bij de placebogroep (N=7/19.276). Op andere plekken kwam dit soort uitslag bij de vaccingroep echter net zo vaak voor (N=18/19.270) als bij de placebogroep (N=14/19.276).
Bij een substudie naar bijwerkingen, die ruim 6600 deelnemers omvatte van alle 22 onderzoekscentra, hadden meer mensen uit de vaccingroep (N=1929/3345) à©à©n of meer bijwerkingen dan uit de placebogroep (N=1117/3271), wat een hogere frequentie weergeeft van bijwerkingen op de injectieplaats bij de vaccingroep. De bijwerkingen op de injectieplaats die het meest werden vastgesteld bij de personen uit de vaccingroep waren erytheem (roodheid) (N=1188/3345 oftewel 35,8 procent, in vergelijking met N=227/3271 oftewel 7,0 procent bij placebo); pijn of gevoeligheid (N=1147/3345 oftewel 34,5 procent, in vergelijking met N=278/3271 oftewel 8,5 procent bij placebo); zwelling (N=871/3345 oftewel 26,2 procent, in vergelijking met N=147/3271 oftewel 4,5 procent bij placebo); en pruritus (jeuk) (N=237/3345 oftewel 7,1 procent, in vergelijking met N=33/3271 oftewel 1,0 procent bij placebo). De reacties op de injectieplaats waren over het algemeen licht van aard. Bij minder dan 2 procent van de personen in de vaccingroep werden er andere bijwerkingen op de injectieplaats vastgesteld.
In de substudie hadden significant meer mensen uit de vaccingroep last van ernstige bijwerkingen (N=64/3345 oftewel 1,9 procent) dan uit de placebogroep (N=41/3271 oftewel 1,3 procent; p=0,03); er was geen sprake van significante verschillen in de verdeling van de ernstige bijwerkingen over de lichaamssystemen of van de bijwerkingen op zich. Uit een analyse van de ernstige bijwerkingen per deelnemer kwam geen klinisch relevant verschil naar voren tussen de vaccingroep en de placebogroep in de pathofysiologie, de aard, het tijdstip, de intensiteit of de gevolgen van de bijwerkingen.

Over de Shingles Prevention Study

Alle deelnemers werden tussen november 1998 en september 2001 opgenomen in het onderzoek naar de preventie van gordelroos. De follow-up werd in april 2004 afgerond. De deelnemers hadden allemaal ooit varicella (waterpokken) gehad of ze hadden ten minste 30 jaar op het vasteland van de Verenigde Staten gewoond. Ruim 95 procent van de deelnemers werd tot aan de voltooiing van het onderzoek actief gevolgd. Een onafhankelijke commissie voor de bewaking van de gegevens en veiligheid heeft de veiligheidsinformatie en tussentijdse uitkomsten van het onderzoek geëvalueerd.

De opzet van het onderzoek

Het gerandomiseerde, dubbelblinde, placebo-gecontroleerde onderzoek werd uitgevoerd om vast te stellen of vaccinatie met een enkelvoudige dosis van het te onderzoeken vaccin met verzwakt, levend virus, te weten ZOSTAVAX(tm), het aantal gevallen en/of de ernst van gordelroos en hardnekkige zenuwpijn (PHN) vermindert bij mannen en vrouwen van 60 jaar en ouder die nog nooit gordelroos hebben gehad. De deelnemers aan het onderzoek werden willekeurig ingedeeld bij een groep die ofwel ZOSTAVAX(tm) (N=19.270) ofwel een placebo (N=19.276) toegediend kreeg en vervolgens gedurende gemiddeld 3,1 jaar gevolgd om te zien of er zich gordelroos ontwikkelde. Als er een vermoeden van gordelroos bestond, werden er een PCR-test (polymerase chain reaction) en een viruskweek gedaan en werd de persoon in kwestie klinisch onderzocht door een evaluatiecommissie bestaande uit vijf artsen gespecialiseerd in gordelroos. Alle deelnemers bij wie gordelroos klinisch werd vastgesteld kregen, indien geïndiceerd, een antiviraal middel (famciclovir) alsmede de gebruikelijke behandeling tegen de pijn aangeboden.
Het belangrijkste eindpunt van het onderzoek betrof de pijnklachten (Burden of Illness - BOI) die de gordelroos veroorzaakt gedurende de eerste zes maanden nadat de gordelroos zich in de vorm van uitslag manifesteert. Deze factor wordt beïnvloed door de incidentie van pijn en onbehagen dat gerelateerd is aan gordelroos. De ernst van de pijn werd beoordeeld volgens een 'ergste pijn' score op een schaal van 0 tot en met 10 aan de hand van een gevalideerde vragenlijst (de Zoster Brief Pain Inventory) waarbij de 0 staat voor geen pijn en de 10 voor de ergst voorstelbare pijn. De deelnemers aan het onderzoek bij wie zich geen gordelroos voordeed kregen een 0-score toegekend. De BOI-score gaf de gemiddelde ernst weer van de aandoening onder alle deelnemers in de vaccin- of placebogroep.
Tijdens het onderzoek werd ook het aantal gevallen van hardnekkige, langdurige zenuwpijn na gordelroos (PHN) geëvalueerd bij de groep die ZOSTAVAX(tm) had ontvangen in vergelijking met de placebogroep. PHN werd gedefinieerd als pijn in relatie met gordelroos (aan de hand van de Zoster Brief Pain Inventory gewaardeerd als groter/gelijk dan 3 op een schaal van 0 tot en met 10) die meer dan 90 dagen na het ontstaan van de uitslag door gordelroos aanhield of ontstond. Tevens werd in het onderzoek het aantal gevallen van gordelroos in de groep die met ZOSTAVAX was gevaccineerd geëvalueerd in vergelijking met de placebogroep.

Over ZOSTAVAX(tm)

Merck heeft op 25 april 2005 in de Verenigde Staten voor ZOSTAVAX(tm) een aanvraag voor registratie (Biologics License Application) ingediend. De Food and Drug Administration (FDA) bepaalt binnen 60 dagen na die datum of de aanvraag van Merck als zodanig in behandeling wordt genomen.
Sanofi Pasteur MSD heeft op 27 mei 2005 voor ZOSTAVAX(tm) een aanvraag voor registratie ingediend bij de Europese registratie authoriteit EMEA.

bron:Sanofi

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular