Het Openbaar Ministerie heeft mr. A.
Moszcowicz een jaar geleden erop gewezen dat het aan de raadsman
zelf is om te bepalen of en in hoeverre hij kan optreden voor de
verdachte W.F. Holleeder. Het OM heeft de raadsman destijds ook per
brief laten weten dat het OM niet de intentie heeft om hem in
diskrediet te brengen. Het OM neemt ook nu krachtig afstand van
dergelijke suggesties.

Het onderzoek tegen Holleeder en diens
medeverdachten is een normaal strafrechtelijk onderzoek op basis
van serieuze verdenkingen. Het onderzoek richt zich onder meer op
de relatie tussen Holleeder en Endstra en niet op de raadsman.
Onderzoek naar het privé-leven van de raadsman heeft dan ook
niet plaats gevonden.

Het onderzoek bracht wel feiten aan het
licht waaruit bleek dat de verdachte Holleeder zodanige contacten
met derden, onder wie zijn raadsman c.q. diens kantoor, heeft
onderhouden dat dit heeft geleid tot relevante getuigenverklaringen
en andere stukken, die daarom zijn toegevoegd aan het dossier.

Centraal in het onderzoek staat en zal
blijven staan de waarheidsvinding in de strafzaak tegen Holleeder.
Er is geen strafzaak tegen mr. Moszkowicz.

bron:Om

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular