Tijdens de behandeling van de pro forma-zitting vorige week in de strafzaak tegen de verdachten van de zogenaamde Hofstadgroepering, heeft het Openbaar Ministerie niet gesteld dat de AIVD voorafgaand aan de inval in de Antheunisstraat te Den Haag, wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van handgranaten in dat pand. Uit citaten van door de AIVD afgeluisterde gesprekken die door de officier van justitie ter zitting werden voorgelezen was die indruk ontstaan.

Tijdens het strafrechtelijk onderzoek zijn de door de AIVD aan de politie ter beschikking gestelde banden van via een microfoon afgeluisterde gesprekken langdurig, intensief en verscheidene malen beluisterd en geanalyseerd. Een van die afgeluisterde gesprekken betrof een gesprek dat enkele dagen voor de inval en arrestatie in de Antheunisstraat had plaatsgevonden. Het betreft een qua geluidskwaliteit buitengewoon moeilijk uit te luisteren gesprek. Na nauwkeurige en langdurige analyse door onder meer verscheidene tolken lijkt dat men rekening houdt met de mogelijkheid van een politie-inval en hoe zich daar op voor te bereiden. Nergens wordt het gooien van een handgranaat nadrukkelijk besproken. Het gesprek leek vooral te gaan over de wijze waarop de politie invallen doet. Feit is dat de verdachten op 10 november een handgranaat gegooid hebben. Tegen de achtergrond hiervan kan met de woorden "... het gooien van eentje...", ook bedoeld zijn het gooien van een handgranaat

bron:OM

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular