De resultaten van de Nederlandse leerlingen mogen er beslist zijn. Scholen pakken nieuwe uitdagingen en verbeteringen goed op. Desondanks ziet de Onderwijsinspectie dat het onderwijs op een aantal punten tekort schiet. Eà©n op de tien leerlingen profiteert volstrekt onvoldoende van het onderwijs. Daarnaast slagen niet alle scholen erin een antwoord te vinden op groeiende maatschappelijke problemen, zoals het gebrek aan veiligheid en sociale cohesie. De inspectie signaleert deze thema's in het Onderwijsverslag 2003/2004, dat vandaag verschijnt. 

Uit diverse internationaal vergelijkende studies blijken goede prestaties van Nederlandse leerlingen bij begrijpend lezen, Engels en de exacte vakken. Bij begrijpend lezen en de exacte vakken behoort de gemiddelde Nederlandse 15-jarige tot de besten van de wereld. Ook bij het vak Engels staat Nederland internationaal gezien op een gunstige plaats. Nederlandse onderwijsgevenden mogen hier trots op zijn.  
 
Gemiddeld scoren de Nederlandse leerlingen dus goed, maar er is ook een relatief grote groep zwakke leerlingen. Ongeveer 10% van de leerlingen in het basisonderwijs kan aan het eind van groep 3 nog niet goed genoeg lezen. Bij technisch lezen scoort 10% van de leerlingen aan het eind van groep 8 niet hoger dan de gemiddelde leerling aan het begin van groep 6. Op dit punt zijn geen verschillen tussen allochtone en autochtone leerlingen. Van de schoolverlaters in de leeftijd van 16 tot 19 jaar kan 7% nog steeds niet goed genoeg lezen om zich in onze samenleving zelfstandig te kunnen redden.  
 
De meeste scholen voor speciaal basisonderwijs zijn er in relatief korte tijd in geslaagd de zorg voor hun eigen kwaliteit op een systematische wijze inhoud te geven. Het beleid van de scholen is meer resultaatgericht geworden. Ze werken hard aan versterking van de leerlingenzorg. Toch heeft meer dan de helft van de scholen nog onvoldoende inzicht in de effecten van hun inspanningen. Op ruim 70% van de scholen ontbreekt het aan een beredeneerd individueel ontwikkelingsperspectief voor elke leerling. De inspectie zal hier in haar toezicht bijzondere aandacht aan geven.  
 
De kwaliteit op veel scholen voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs is nog onvoldoende. Bij de helft van deze scholen voldoet het leerstofaanbod niet. Dit komt vooral door een tekort aan passende leermaterialen. Op 8 van de 10 scholen worden de leerlingen onvoldoende systematisch begeleid. De inspectie zal het toezicht op deze scholen intensiveren. 
 
De inspectie signaleert in het vmbo veel goede activiteiten die gericht zijn op didactische vernieuwing. Zo heeft driekwart van de vmbo-scholen inmiddels kernteams gevormd, waarin kleine groepen leraren samen het onderwijs en de begeleiding van een beperkt aantal leerlingen verzorgen. Dat is ook nodig. Een aantal maatschappelijke problemen komt in het vmbo in verdichte vorm voor. Hier zijn relatief veel leerlingen met leer- en gedragsmoeilijkheden. Op dit moment krijgt 19% van de vmbo-leerlingen extra ondersteuning. Veel van deze leerlingen hebben behalve leerachterstanden ook psychosociale moeilijkheden. Hoewel de aandacht voor zorg en begeleiding in het vmbo sterk is toegenomen, heeft de zorgcapaciteit geen gelijke tred gehouden met de groei en verdichting van deze problematiek. 
Het aantal leerlingen, dat het onderwijs voortijdig verlaat, is hoog. Voortijdig schoolverlaten wordt vaak voorafgegaan door problematisch spijbelen. Scholen houden in de onderbouw van het voortgezet onderwijs strakker toezicht op spijbelende leerlingen. Dat werpt zijn vruchten af. In de bovenbouw, waar het problematisch spijbelen zich concentreert, ontbreekt vaak zo'n strak toezicht. Uit eigen onderzoek blijkt dat spijbelen en voortijdig schoolverlaten bij leerplichtige leerlingen het meest voorkomt in het voortgezet speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs en het vmbo. Uit ander onderzoek is bekend dat in het middelbaar beroepsonderwijs zelfs bijna 40% van de deelnemers spijbelt en dat bijna 8% dat meerdere lesuren per week doet. 
 
Een groot knelpunt binnen het beroepsonderwijs is het vinden van een stageplaats. Met de aanhoudende recessie blijkt het steeds moeilijker voor onderwijsinstellingen om voldoende stageplaatsen te vinden. Dit wordt nog versterkt door de vernieuwing die in het beroepsonderwijs is ingezet naar competentiegericht onderwijs. Hierdoor zal de behoefte aan praktijkscholing toenemen. De inspectie zal nader onderzoek verrichten naar de aard en omvang van dit probleem, zowel in het beroepsonderwijs als in het vmbo. 
 
In hoog tempo wordt de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs ingevoerd. Bij deze invoering moet voldoende aandacht worden besteed aan afstemming en samenwerking tussen instellingen, zowel nationaal als internationaal. Voor studenten is het essentieel dat er duidelijke afspraken zijn voor de doorstroming van bachelor naar master. 
 
Veel scholen lijken het probleem van overgewicht bij leerlingen te onderschatten. Ze komen vaak pas in actie, als kinderen aantoonbaar te dik zijn. De onderwijstijd die voor beweging wordt ingepland is op veel scholen al jarenlang gelijk, terwijl steeds meer leerlingen kampen met overgewicht.  
 
Nederland kent op dit moment grotere maatschappelijke spanningen dan wij gewend zijn. Dit heeft zijn weerslag op het onderwijs. Incidenten doen zich op vrijwel alle scholen voor. De veiligheid van leerlingen en onderwijspersoneel staat het meest onder druk in de sectoren waar veel leerlingen met leerproblemen worden opgevangen, zoals het speciaal basisonderwijs, het speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs en het vmbo. Incidenten doen zich met name voor tussen leerlingen onderling, maar ook personeelsleden hebben te maken met incidenten die door leerlingen of hun ouders veroorzaakt worden. Bij de helft van de basisscholen in de grote steden komen incidenten tussen ouders en personeel regelmatig voor. Bij 6% van de basisscholen in de grote steden is sprake van fysiek geweld. Uiteraard moeten de problemen binnen een school worden gezien en opgepakt in het licht van de maatschappelijke omgeving. Vanuit dit perspectief zal de inspectie in haar toezicht nog meer aandacht gaan besteden aan veiligheid en sociale cohesie. Op verzoek van de Minister heeft de inspectie inmiddels een meldpunt voor discriminatie en extremisme in het onderwijs ingesteld.  

bron:Inspectie Onderwijs

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular