De regels voor het werken met asbest kunnen meer worden toegesneden op de risico's die optreden. Dat blijkt uit onderzoek van TNO. Volgens het onderzoeksinstituut is het mogelijk werkzaamheden met asbest in drie categorieën in te delen, met bijbehorende veiligheidsmaatregelen. Dit betekent bijvoorbeeld dat voor eenvoudige werkzaamheden met asbest niet langer strenge veiligheidsvoorschriften gelden. Voor het werken met bijvoorbeeld het zeer gevaarlijke spuitasbest kunnen juist aanvullende maatregelen gaan gelden.    

Staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het onderzoek naar de Tweede Kamer gestuurd. Aanleiding voor het onderzoek is de wijziging van een Europese richtlijn, die een meer op risico gerichte benadering voorschrijft. Staatssecretaris Van Hoof komt later met een standpunt over het onderzoek. Hij wil de uitkomsten betrekken bij het herzien van de Arbowet. Momenteel werkt de Sociaal-Economische Raad aan een advies over deze herziening.   
 
Veel bedrijven ervaren de huidige regelgeving als knellend en niet voldoende op de situatie toegesneden. De wetgeving kent op dit moment à©à©n norm voor asbestverwijdering waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende werkzaamheden en de bijbehorende risico's. Bedrijven moeten daarom ook in minder gevaarlijke situaties vergaande maatregelen nemen. 
 
Uit het onderzoek blijkt dat de risico's van het werken met asbest in drie niveaus zijn in te delen. Het eenvoudig en routinematig verwijderen van asbest in vaste vorm zonder te breken vormt de laagste risicogroep. Hierbij zal weinig asbest vrijkomen en kunnen maatregelen beperkt blijven, aldus de onderzoekers. Voor werkzaamheden waarbij asbest gemakkelijk kan breken voldoen de bestaande regels. Activiteiten waarbij asbestvezels in grote hoeveelheden vrijkomen (bijv. spuitasbest) vormen het hoogste risico. Hiervoor kunnen mogelijk aanvullende veiligheidsvoorschriften gaan gelden.  
 
bron:SZW

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular