Het huidige ontslagrecht remt de flexibiliteit op de arbeidsmarkt en daarmee de economische ontwikkeling. Werkgevers durven uit angst voor lange en lastige procedures en hoge ontslagvergoedingen geen nieuw personeel aan te nemen. Dit blijkt uit een enquàªte van TNS-NIPO in opdracht van MKB-Nederland. Voorzitter Loek Hermans presenteerde de uitkomsten dinsdag tijdens de jaarlijkse Zomerborrel in Den Haag. Werknemers worden gelukkig nog steeds beschermd tegen overmoedige en onnadenkende ondernemers,

De mkb-koepel concludeert dat het ontslagrecht op korte termijn moet worden aangepast en doet daartoe een aantal voorstellen. Op de eerste plaats moeten de procedures korter. Nu duurt het gemiddeld twee maanden voordat werkgever en werknemer uit elkaar kunnen. MKB-Nederland wil dat die periode wordt gehalveerd. Dit kan onder meer door de zogenoemde verwijtbaarheidstoets niet meer altijd toe te passen. MKB-Nederland vindt het ook eerlijker als de werkgever dezelfde opzegtermijn kan hanteren als de werknemer. De termijn kan verder worden bekort als de dag van de ontslagaanvraag telt als eerste dag van de opzegtermijn.

De ontslagvergoeding - en de hoogte daarvan - is een tweede punt. Bij procedures via de kantonrechter krijgen werknemers vrijwel altijd een geldbedrag toegekend. MKB-Nederland wil af van dit automatisme. Alleen bij kennelijk onredelijk ontslag zou de werknemer nog een ontslagpremie moeten krijgen, die maximaal een half tot een heel jaarsalaris mag bedragen.

MKB-Nederland wil af van het principe last in first out (lifo) dat geldt bij ontslag om bedrijfseconomische redenen. Het kabinet wil het afspiegelingsbeginsel dat nu geldt bij collectief ontslag voortaan als uitgangspunt nemen, met binnen leeftijdsklassen weer het lifo-systeem. MKB-Nederland vindt echter dat werkgevers zelf hun keus moeten kunnen maken. Bovendien moet het principe van onmisbaarheid vaker kunnen worden toegepast.

bron:MKB

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular