Sinds begin vorig jaar wordt er hevig
gevochten in het zuidoosten van Tsjaad. In totaal zijn er 100
duizend Tsjadiërs van huis en haard verdreven. Artsen zonder
Grenzen werkt sinds december 2005 in het oosten van het land. Op
veel plaatsen is Artsen zonder Grenzen(AzG) de enige
hulporganisatie die in het conflictgebied actief is. De
hulporganisatie geeft medische hulp, drinkwater en noodhulpgoederen
aan meer dan 60 duizend mensen die hun dorpen ontvlucht zijn. Maar
meer hulp is nodig, zegt Artsen zonder Grenzen. Daarom spoort het
andere hulporganisaties aan in actie te komen.

Een aantal hulporganisaties stelt dat de
onveilige situatie hen ervan weerhoudt om hulp te bieden. 'De
veiligheidssituatie in Oost-Tsjaad is inderdaad zeer instabiel,'
zegt Martin Braaksma, landencoördinator van Artsen zonder
Grenzen in Tsjaad. 'Maar wanneer je die afweegt tegen de grote
humanitaire noden vinden wij dat wij ons werk hier kunnen en moeten
voortzetten.'

Duizenden gevluchte Tsjadiërs in de
Dar Sila-regio, in het zuidoosten van Tsjaad,

hebben een tekort aan voedsel, schoon
water en hygiënische voorzieningen. Hoewel er wel
hulporganisaties aanwezig zijn in de stad Goz-Beïda, zijn er
duizenden mensen in de afgelegen gebieden buiten de stad die
dringend hulp nodig hebben en nu alleen van Artsen zonder Grenzen
hulp krijgen. In Kerfi, 40 km ten zuiden van Goz-Beïda, geven
medewerkers van Artsen zonder Grenzen met een mobiele hulppost
medische zorg aan de gevluchte mensen. Elin Jones, verpleegkundige
van Artsen zonder Grenzen: 'Mensen leven daar in
geïmproviseerde onderkomens van stro. Zij hebben dringend
eten, dekens, plastic zeil en zeep nodig.'

'De noden zijn groot, duidelijk en
urgent, daarom is het nodig dat meer

hulpverleningsinstanties snel reageren,'
zegt Braaksma. 'We begrijpen niet waarom de respons van anderen zo
traag is.' Het regenseizoen begint in mei, wat betekent dat het
nog moeilijker zal worden om voedselvoorraden over de weg te
vervoeren. Daarom moet hulp snel op gang komen.

De voornaamste gezondheidsproblemen zijn
luchtwegontstekingen, diarree en ooginfecties - aandoeningen die
ontstaan door slechte leefomstandigheden. 'Het feit dat er vele
patiënten lijden aan diarree geeft aan dat er niet genoeg
schoon water is,' zegt Ellin. 'We zien ook veel ondervoede
kinderen. We zijn bezorgd dat mensen geen kracht meer hebben om te
overleven en dat ze snel achteruit zullen gaan na maanden in
erbarmelijke omstandigheden te leven.'

Artsen zonder Grenzen werkt al sinds 1981
in Tsjaad. In het oosten van Tsjaad bieden 90 internationale
medewerkers en 700 Tsjadische medewerkers medische hulp aan 60
duizend gevluchte Tsjadiërs en aan 80 duizend vluchtelingen
uit conflictgebied Darfur. Iedere week behandelen de teams 1.600
patiënten in de gezondheidscentra en mobiele hulpposten op 15
locaties. Daarnaast zorgen zij voor 200.000 liter schoon drinkwater
voor ongeveer 23.000 mensen per dag en hebben zij dekens, plastic
zeilen, emmers en zeep uitgedeeld aan meer dan 50.000 gevluchte
Tsjadiërs.

bron:AzG

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular