Het verbreden van snelweg A27 tussen Utrecht - Noord en knooppunt Eemnes door de aanleg van een 'plusstrook' gaat voorlopig niet door. Het gebruik daarvan kan leiden tot een overschrijding van de kwaliteitsnormen voor de lucht die zijn vastgelegd in het Besluit luchtkwaliteit. Dat blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (13 april 2005). 

De minister van Verkeer en Waterstaat had in juni 2004 op grond van de Spoedwet wegverbreding besloten aan het wegvak een 'plusstrook' toe te voegen om files tegen te gaan. De plusstrook is 2,75 meter breed en wordt aangelegd als linkerrijstrook. De strook wordt opengesteld bij meer dan 3.000 voertuigen per uur op het wegvak. Tegen deze beslissing hadden meerdere milieu- en bewonersverenigingen beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak ingesteld.  
 
De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt dat de normen van het huidige Besluit luchtkwaliteit op deze wegverbreding van toepassing zijn en niet die van een eventueel toekomstige ministeriële regeling die het Besluit zou moeten vervangen. De minister drong daar wel op aan. De Afdeling wijst erop dat de minister op het moment dat de beslissing werd genomen onvolledig inzicht had in de gevolgen voor de luchtkwaliteit om te kunnen beoordelen of aan de eisen van het Besluit werd voldaan. Dat de minister kort voor de rechtszitting op 24 januari jl. nog nieuwe TNO rapporten heeft overgelegd over de luchtkwaliteit waaruit geheel nieuwe onderzoeksresultaten blijken maakt dat niet anders. Dit onderzoek is namelijk verricht op grond van geheel nieuwe uitgangspunten en methoden. 
 
De Afdeling oordeelt verder dat uit onderzoek blijkt dat op de versmalde rijbanen een aanvaardbaar veiligheidsniveau wordt bereikt. Dit komt met name door de aanwezigheid van een vluchtstrook en een snelheidsverlaging en breedtebeperking voor voertuigen. Ook oordeelt de Afdeling dat op grond van de Spoedwet wegverbreding de gevolgen voor het geluid door de aanleg van een plusstrook niet volledig hoeven te zijn onderzocht.  
Tenslotte wijst de Afdeling erop dat partijen kort voor de zitting nadere rapporten hebben overgelegd met betrekking tot de berekening van de 70 dB(A) geluidscontour. De minister zal bij het nemen van een eventueel nieuwe beslissing het standpunt van de milieu- en bewonersverenigingen moeten beoordelen. 
 
bron: RVS

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular