In Zuid-Limburg wordt één op de tien vergunningaanvragen uit de horecasector geweigerd, omdat de aanvrager slecht leefgedrag vertoont of niet duidelijk kan maken hoe zijn zaak gefinancierd wordt. Dat is een van de opmerkelijke uitkomsten van de operatie ‘Schone Handen’, waarin vijf Zuidlimburgse gemeenten, de provincie, het Openbaar Ministerie en politie intensief samenwerken om criminelen te frustreren en het witwassen van misdaadgeld tegen te gaan. Burgemeester Gerd Leers van Maastricht spreekt over ‘het topje van de ijsberg’. ‘We hebben ook personen in het vizier die meer dan 200 panden blijken te bezitten, vaak verhuurd aan duistere figuren. Ook malafide bezitters van onroerend goed kunnen binnenkort op kritische bestuurlijke aandacht rekenen’.

Eind 2004 besloten de gemeenten Maastricht, Heerlen, Sittard-Geleen, Kerkrade en Valkenburg om samen met provincie, justitie en politie de snelgroeiende vermenging van onder-en bovenwereld in Zuid-Limburg een halt toe te roepen. Daartoe werd een variant op het Amsterdamse Wallenproject ontwikkeld: operatie ‘Schone Handen’. Die richt zich op de bestuurlijke aanpak van de georganiseerde criminaliteit in Zuid-Limburg en moet voorkomen dat gemeentelijke en provinciale overheden criminelen via vergunningen, aanbestedingen of subsidies de gelegenheid bieden hun misdaadgeld wit te wassen en te investeren in o.a. onroerend goed. Dat gebeurt door goed te kijken wie er werkelijk achter vergunning-aanvragen e.d. zit en door het levensgedrag, de zakelijke transacties en de achterliggende financiële constructies van deze personen door te lichten. Aldus kan het bonafide bedrijfsleven beschermd worden tegen valse concurrentie en wordt voorkomen dat hele buurten verpauperen.

Een jaar na de start van het project is duidelijk dat deze manier om het criminelen lastig te maken, resultaat heeft. Zo blijkt dat in de afgelopen periode één op de tien vergunning-aanvragen uit de horecasector geweigerd moest worden, omdat de aanvrager slecht leefgedrag vertoont of bijvoorbeeld niet duidelijk kon maken hoe zijn bedrijf wordt gefinancierd. Volgens burgemeester Gerd Leers zal het aantal weigeringen nog verder oplopen zodra de aangesloten gemeenten toegang krijgen tot bronnen die nu nog niet toegankelijk zijn voor de gemeenten. ‘Binnenkort verandert dat als er een koppeling tot stand komt tussen de gegevens van een groot aantal diensten: FIOD, SIOD, Belastingdienst, Arbeidsinspectie en noem maar op. Dan kunnen we, binnen de grenzen van de privacy-wetgeving, pas echt tot een optimale screening komen van verdachte personen en ondernemers. Via deze gesloten bronnen kunnen ook niet-vergunningplichtige panden worden aangepakt’. Leers doelt in dit verband op eigenaren of exploitanten van head-, smart- en growshops, belwinkels en zonnestudio’s. Doorgaans kan een gemeente nauwelijks optreden tegen deze ondernemers, omdat er voor dit soort bedrijven geen vergunning nodig is. Dat is binnenkort afgelopen.
Leers noemt een paar voorbeelden van verdachte constructies. ‘U kunt zich bij een pand met een WOZ-waarde van 6 ton, waarop een hypotheek blijkt te rusten van 4.8 miljoen, gerust afvragen of hier iets mee aan de hand is. Zeker als de lening niet door een bank, maar door een ver familielid blijkt te zijn verstrekt. Of 6 bijstandtrekkers op één adres. Ook malafide onroerend-goedbezitters in Zuid-Limburg kunnen daarom binnenkort rekenen op kritische bestuurlijke aandacht en intensieve screening en controle’.

Als voorzitter van de Stuurgroep Bestuurlijke Aanpak benadrukt Leers overigens, dat maar een klein deel van het bedrijfsleven malafide trekjes vertoont. Desondanks willen de gemeenten deze ondernemers hard aanpakken in Zuid-Limburg. De regio is een van de weinige plekken in de wereld waar deze aanpak van de criminaliteit nu dagelijkse praktijk is.
 
bron:Politie Limburg-Zuid

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular