Pensioenfondsen moeten zich beperken tot hun kerntaken, namelijk het verstrekken van pensioenuitkeringen en werkzaamheden die daar direct verband mee houden. Ze zijn vrij in hun beleggingen. Voorwaarde daarbij is wel dat er sprake moet zijn van een goed pensioenfondsbestuur.

Dit is de kern van een notitie (het zogeheten referentiekader), die minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de sociale partners en de Tweede Kamer heeft gestuurd. De notitie vloeit voort uit een toezegging aan de Tweede Kamer na het advies van de commissie-Staatsen. De aanpak van het kabinet is gericht op bevordering van goed bestuur van pensioenfondsen. Deze notitie schetst kort een kader waarbinnen de pensioensector zichzelf regels kan stellen. Na 2007 wordt onderzocht of deze zelfregulering werkt.

Hoewel VUT-regelingen niet tot de kerntaken van pensioenfondsen behoren - het gaat hier immers niet om pensioenuitkeringen, maar om uitkeringen om eerder te stoppen met werken - is het de fondsen bij uitzondering toch toegestaan deze regelingen uit te voeren. Hiermee sluit het kabinet aan op de gegroeide praktijk. Door het beleid om eerder stoppen met werken fiscaal te ontmoedigen en langer doorwerken te stimuleren, is het overigens te verwachten dat deze regelingen op termijn geheel verdwijnen. Tot andere nevenactiviteiten moeten pensioenfondsen voldoende afstand bewaren door ze onder te brengen in een aparte en juridisch strikt gescheiden organisatie. Wel kan het pensioenfonds deelnemen in zo'n organisatie.

bron:SZW

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular