berichten in het gastenboek

Persoonlijke reactie van Johan Remkes naar aanleiding van de berichten in het gastenboek

Het is niet mis, wat veel mensen mij hieronder in het gastenboek hebben
geschreven. Zo heb ik volgens hen een gebrek aan empathie en mededogen,
geen respect voor medemensen die zijn gestorven, gewond zijn of familie
kwijt zijn, ik ben een hufter zonder normen en waarden, heb geen hart
voor anderen, ben een toonbeeld van wangedrag, en wil vooral niet
gestoord worden tijdens luieren en zwemmen. Om maar een paar bijdragen
in het gastenboek samen te vatten.

Met alle begrip voor de verschillende emoties, maar heel veel reacties
zijn niet gebaseerd op de feiten. In de pers is een karikatuur ontstaan
van wat er echt aan de hand was. Het gebeurt wel vaker - niet tot mijn
vreugde - dat politici dan vervolgens die karikatuur moeten bestrijden.

---

Al vele jaren ga ik met vrienden tijdens vakanties naar Thailand. Ik
ben daar natuurlijk slechts Europees vakantieganger, maar toch ken ik
het land en de mensen inmiddels een beetje. En ik waardeer het land en
de bevolking zeer.

Op tweede kerstdag kwam ik aan in Bangkok, om vanuit daar door te
reizen naar mijn vakantiebestemming elders in Thailand. Ik had toen net
gehoord over de enorme ramp die Zuidoost-Azië had getroffen, waaronder
een deel van het Thaise schiereiland Phuket aan de zuidwestkant van
Thailand. Er was toen nog geen goed beeld over de gevolgen van de
zeebeving, maar kort daarna raakte ik daar meer van op de hoogte via
radio, televisie en de mensen in Thailand om mij heen.

Ik ben ook tijdens vakanties natuurlijk niet blind en doof over wat er
op de wereld gebeurt. En net als iedereen was ook ik natuurlijk enorm
geschokt over het drama dat zich onder andere in Indonesië (Atjeh), op
Sri Lanka en in een deel van Thailand (op Phuket) had voltrokken. Ik
heb mij toen natuurlijk afgevraagd of ik iets kon of moest doen. Het
antwoord was `nee, niet nu'.

Regel à©à©n tijdens rampen is dat hulpverleners en verantwoordelijke
autoriteiten hun werk moeten kunnen doen, en dat iedereen die er niets
te zoeken heeft moet wegblijven. Ambassadeur Marrà©s en zijn mensen van
de Nederlandse ambassade, de mensen van het Rampen Identificatie Team
en andere binnen- en buitenlandse hulpverleners moesten beslist naar
het rampgebied, omdat zij daar werk te doen hadden. Maar ik wilde hen
daar niet voor de voeten lopen. Mijn aanwezigheid zou op dat moment
geen enkele toegevoegde waarde hebben.

Voor een goed begrip: als er in Nederland een ramp plaatsvindt, kan een
snel bezoek vanuit de regering aan de ramplocatie goed zijn om steun en
troost te bieden, maar zelfs ook dà¡n moet voorkomen worden dat
zogenaamde `Haagse hotemetoten' de echte autoriteiten en hulpverleners
ter plekke in de weg lopen. Maar nu de ramp in Zuidoost-Azië
plaatsvond, lag het al helemaal niet op mijn weg om mij onmiddellijk op
een plek des onheils te melden, al was ik dan in de buurt. Ook
binnenlandse en buitenlandse collega's hebben ervoor gekozen niet
onmiddellijk het vliegtuig richting een rampgebied te pakken. En
terecht. Pas later (zie hieronder) het ik het getroffen Phuket bezocht.

Wel heeft de Nederlandse regering onmiddellijk geld en steun aangeboden
aan alle getroffen landen en gebieden in Zuidoost-Azië, en daarnaast
ook hulp geboden aan Nederlandse slachtoffers. Het ministerie van
Buitenlandse Zaken heeft dat gecoà¶rdineerd. Ik zal dat hier niet
allemaal samenvatten, het is te vinden op Externe link www.regering.nl
en op de site van Buitenlandse Zaken, Externe link www.minbuza.nl. Ook
de drie minuten stilte die in Nederland en de rest van Europa
woensdagmiddag zijn gehouden, vind ik van grote waarde. Ze tonen de
solidariteit van Europa met de getroffenen in Azië. Daarnaast hoop ik
dat iedereen die dat nog niet gedaan heeft, ruim zal storten op giro
555. Met de opbrengst kan niet alleen de eerste nood gelenigd worden,
maar moet ook de wederopbouw betaald worden.

In Thailand, op het eiland Phuket, is het Rampen Identificatie Team
(RIT) uit Nederland actief om overleden slachtoffers te identificeren.
Afgelopen maandag (3 januari) hoorde ik dat de `baas' van het RIT,
korpschef Peter van Zunderd van het Korps Landelijke Politiediensten,
zijn mensen op Phuket zou bezoeken. Ik was het toen onmiddellijk eens
met het voorstel met hem mee te gaan. Ik kwam woensdag 5 januari aan op
Phuket. De verzamelde Nederlandse pers had daar de nodige kritische
vragen voor me, maar ik kon die naar eer en geweten beantwoorden (zie
hieronder).

Donderdagochtend bezocht ik de locatie waar het Rampen Identificatie
Team (RIT) zijn zware, maar belangrijke werk doet. Het resultaat van
hun werk, de identificatie van lichamen, is vooral emotioneel
belangrijk voor de familieleden van de slachtoffers. Daarnaast heb ik
donderdag ook de Gouverneur van Phuket gesproken, slachtoffers in het
ziekenhuis bezocht en naar het plaatselijke crisiscoà¶rdinatiecentrum
gegaan. Hier werd ik in mijn eerdere oordeel bevestigd dat een bezoek
nຠveel zinvoller was dan op een eerder moment, omdat ik nu een veel
realistischer beeld van de situatie heb kunnen krijgen. Dit gekoppeld
aan een bezoek aan de mensen van het RIT, die daar mede onder mijn
verantwoordelijkheid hun werk moeten doen onder beperkende
omstandigheden. Daarover kon ik nu ook met de Thaise autoriteiten
spreken.

Tot slot wil ik nog een paar detailvragen beantwoorden:
* Zoals alle ministers, ben ook ik tijdens vakanties voor dringende
zaken altijd bereikbaar. Via e-mail, fax, gsm en/of gewone telefoon.
Een enkele keer kan het even duren voordat er daadwerkelijk contact met
Nederland is, maar dat duurt nooit lang.
* Mijn voorlichters hebben nooit gezegd "dat ik tijdens mijn vakantie
niet gestoord wens te worden". Ik wil tijdens vakanties alleen niet
door journalisten gestoord worden, maar ben voor het ministerie altijd
te bereiken als er iets belangrijks aan de hand is.

* Mijn besluit om het getroffen eiland Phuket te bezoeken, nam ik al op
maandag rond 13.30 uur (Nederlandse tijd) op voorstel van mijn
ambtenaren, nog voordat daar in Nederland publiciteit over ontstond en
Tweede-Kamerleden zich daarover opwonden. Alleen mijn voorlichters
wisten dat toen nog niet. Snellere bekendmaking vanuit mijn ministerie
- maar dan hebben we het maar over een halve middag - zou een hoop
onnodige publicitaire ruis hebben voorkà³men. Tja, zo gaat dat. Maar
daar ga ik geen stafambtenaren of voorlichtingsambtenaren om ontslaan.
* Het woord `hype' heb ik nooit gebruikt doelend op wat mensen vinden
over mijn vakantie in Thailand in relatie tot de ramp. Het woord `hype'
gebruikte ik alleen waar het ging over de uitlatingen van
Tweede-Kamerleden, die niet wisten dat ik al eerder besloten had tot
een bezoek aan Phuket.
* En tenslotte: ook politici hebben zo af en toe behoefte aan enig
privà©leven waar niet iedereen zich direct mee heeft te bemoeien; mits
zij maar tijdig hun verantwoordelijkheid nemen als dat nodig is. En dat
heb ik gedaan, niet meer en niet minder.

Johan Remkes

Bron: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular