De maatschappelijke kosten en baten (mkba) van grote infrastructurele projecten, zoals die voor aanvang van het project in kaart worden gebracht, zijn per definitie onvolledig. Hoe bereken je immers de belevingswereld van zo'n project, bijvoorbeeld de schoonheid van een station of de symboolfunctie van een brug? De bundel 'Schoonheid is geld!' die het Ruimtelijk Planbureau vandaag uitbrengt, bundelt een serie essays over dit onderwerp.

Het rapport, dat wordt aangeboden aan Tweede-Kamerlid Adri Duivesteijn, stelt de vraag centraal of belevingswaarden in geld kunnen worden uitgedrukt opdat zij in kosten-batenanalyses kunnen worden meegewogen. Over deze vraag schreven RPB-onderzoekers Ed Dammers, Willemieke Hornis en Jaap de Vries een essay. Daarin stellen zij voor om bij de beoordeling van grote infrastructurele projecten ook de belevingswaarden mee te nemen. De dwingende kracht van de MKBA zal hierdoor worden vergroot. Bovendien is het beter in termen van euro's te waarderen dan promemorieposten over het hoofd te zien. Voor de manier waarop belevingswaarden in geld zouden kunnen worden uitgedrukt, geven de auteurs enkele suggesties.

Reacties zijn er ondermeer van Mels Crouwel (Rijksbouwmeester en architect), Piet Rietveld (hoogleraar vervoerseconomie) en Elisabeth Ruijgrok (milieueconome). De auteurs hopen met het uitbrengen van deze bundel de discussie over het belang van mkba's en de rol van belevingswaarde daarin nieuw leven in te blazen.

bron:Ruimtelijk planbureau

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular