In Nederland wordt bij de inrichting van de ruimte te weinig gebruik gemaakt van de mogelijkheden die het privaatrecht biedt. De privaatrechtelijke regels die zijn verbonden aan het eigendom van grond en gebouwen stellen de burgers in staat om -naar Angelsaksisch model- de ruimtelijke ontwikkeling onderling te regelen. Op deze manier draagt de burger ook meer verantwoordelijkheid voor de eigen leefomgeving. 

Dat zijn de belangrijkste conclusies van 'Een andere marktwerking. Een verkenning van de mogelijkheden bij het Nederlandse ruimtelijk beleid', het nieuwe rapport van het Ruimtelijk Planbureau dat vandaag is gepubliceerd. In de studie constateert de auteur -Professor dr. Barrie Needham- bovendien dat ook bij een groter gebruik van de privaatrechtelijke regels de overheid een sterke invloed kan behouden op de ruimtelijke inrichting. De overheid stelt immers vast hoe de markt wordt georganiseerd. Tegelijkertijd beschermt een robuust stelsel van privaatrechten voor grond en gebouwen de burger tegen een overheid die onverschillig is voor de sociale kanten van de ruimtelijke inrichting. 
 
In hoeverre deze alternatieve vorm van ruimtelijke inrichting haalbaar is, wordt verkend voor tien actuele vraagstukken in het Nederlandse ruimtelijk beleid, zoals de inrichting en het beheer van bedrijventerreinen, natuur- en landschapsbeheer, de fileproblematiek en duurzame ontwikkeling. De auteur concludeert dat het op een andere manier structureren van de markt met privaat recht in sommige gevallen zeker een goed alternatief is voor de ruimtelijke inrichting van Nederland. 
 
Barrie Needham is hoogleraar Planologie aan de Radbouduniversiteit te Nijmegen en was in 2004 als gastonderzoeker verbonden aan het Ruimtelijk Planbureau. 
 
bron:ruimtelijk planbureau

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular