Op woensdag 8 december 2004 heeft de rechtbank Roermond de 31-jarige
verdachte B. uit Venlo veroordeeld tot betaling aan de Staat van het
wederrechtelijk verkregen voordeel, namelijk de winsten van
drugsverkoop. Het gaat hierbij om softdrugs.

Op 2 juli 2002 had de rechtbank Roermond deze verdachte al veroordeeld
voor de export van softdrugs en deelname aan een criminele organisatie.
De rechtbank legde de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf
op van 2,5 jaar en een geldboete van 50.000. De 31-jarige verdachte had
hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank ingesteld. Op 7 april
2004 sprak het hof in Den Bosch conform de uitspraak van de rechtbank
Roermond voor verdachte B. eveneens een gevangenisstraf van 2,5 jaar
onvoorwaardelijk uit en een geldboete van 50.000,-. De verdachte heeft
hier cassatie tegen ingesteld bij de Hoge Raad. Eerder genoemde
veroordelingen zijn niet onherroepelijk.

Het Openbaar Ministerie eiste in de ontnemingszaak op 10 november 2004
voor de 31-jarige verdachte de ontneming van het wederrechtelijk
verkregen voordeel ten bedrage van 1.500.000,-

De Rechtbank heeft vandaag de ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van 1.569.000 uitgesproken.

Deze zaak valt onder het project Hektor. In dit project werken de
gemeente Venlo, het Openbaar Ministerie Roermond en de politie
Limburg-Noord dagelijks samen in de aanpak van de overlast die de
handel in en het gebruik van drugs veroorzaken. Hektor kent een
driesporenbeleid: een vastgoedtraject, een coffeeshoptraject en een
handhavingstraject. Binnen Hektor wordt verder nauw samengewerkt met de
Belastingdienst en de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst FIOD.

Bron: Openbaar Ministerie

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular