Zutphen, 30 december 2004 - De rechtbank oordeelt dat er sprake is van
moord omdat de verdachte tijd heeft gehad zich te beraden op het
besluit om advocaat Pul te doden. De verdachte heeft verklaard dat het
drie dagen voor het gebeuren bij hem is opgekomen Pul dood te steken,
dat hij bewust tevoren een groot mes heeft gekocht en dat hij na het
eerste gesprek met Pul in zijn kantoor naar beneden is gegaan om het
mes op te halen. Verder blijkt uit de bewijsmiddelen dat hij Pul
meerdere malen met kracht in rug en buik heeft gestoken.

Het beroep op psychische overmacht is verworpen omdat uit niets blijkt
dat verdachte geen weerstand had kunnen bieden aan de drang om Pul te
vermoorden.

Mede op advies van zijn raadsman, heeft verdachte geweigerd om aan een
persoonlijkheidsonderzoek mee te werken. Hierdoor is niet duidelijk
geworden of de daad aan verdachte is toe te rekenen. Daarom oordeelt de
rechtbank dat uit het oogpunt van vergelding en beveiliging van de
maatschappij een langdurige gevangenisstraf op zijn plaats is.

De straf als door de officier geëist (18 jaar) is op zich passend, maar
omdat de verdachte nog zeer jong is en hij in elk geval ter
terechtzitting heeft laten zien dat hij spijt heeft van zijn daad en de
gevolgen daarvan is de gevangenisstraf enigszins gematigd.

Bron: Gerechtelijke organisatie

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular