De Europese regels voor de export van afval worden vaak overtreden. Dat blijkt uit een gezamenlijke handhavingsactie in 18 Europese zeehavens in België, Duitsland, Groot-Brittannië, Ierland, Letland, Malta, Nederland, Polen, Portugal, Slovenië en Zweden. 47 procent van de afvaltransporten was tijdens de controle in de internationale zeehavens illegaal. De controles zijn in samenwerking met de VROM-Inspectie in maart 2005 uitgevoerd. Het gaat hier om een steekproef. Uit deze momentopname kunnen geen algemene conclusies over de totale naleving worden getrokken. 

In de 18 zeehavens zijn in totaal 3587 documenten gecontroleerd en 393 transporten 'fysiek' gecontroleerd. Bij 240 transporten ging het om afval. 113 hiervan bleken illegaal. Het ging daarbij onder meer om autowrakken die vanuit Ierland onderweg naar Nigeria waren, PVC afval van Portugal via Rotterdam naar de Filippijnen, kabelafval van Malta naar China, plastic afval van Groot-Brittannië naar Vietnam en elektronisch afval vanuit Nederland via Antwerpen naar China. De transporten waren illegaal omdat er een exportverbod naar de bestemmingen geldt of omdat de vereiste vergunning ontbrak. Daarnaast zijn in 55 gevallen tekortkomingen geconstateerd. Denk hierbij aan het ontbreken van de correcte papieren of het onvolledig ingevuld zijn van de documenten. Een aantal transporten staat nog vast voor nader onderzoek.  
De controles zijn onderdeel van het internationale zeehavenproject. Dit project heeft als doel de handhaving in de lidstaten van de EU-regelgeving op het gebied van de export van (gevaarlijke) afvalstoffen te verbeteren en te uniformeren. Bij het zeehavenproject worden voertuigen, schepen en containers waarmee (afval)stoffen worden vervoerd en opslaglocaties in havengebieden gecontroleerd. Er wordt vooral aandacht besteed aan de uitvoer van afvalstoffen uit de Europese Unie naar niet-OESO landen, zoals een aantal Aziatische en Afrikaanse landen. Export van afvalstoffen naar dergelijke landen is vaak verboden of alleen toegestaan met toestemming van de betrokken autoriteiten. 
 
Bij de transportcontrole werkt de VROM-Inspectie nauw samen met een groot aantal handhavingsdiensten, zoals de Douane, de regiokorpsen en het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD). Daarnaast wisselen de milieu-inspecteurs van de betrokken landen informatie en ervaringen uit. 
 
Vorig jaar is het eerste zeehavenproject uitgevoerd. Hier deden zes landen aan mee. Toen bleek 20% van de gecontroleerde afvaltransporten illegaal. Daarom is gekozen voor een vervolgproject. Aan dit project doen naast Nederland twaalf andere landen mee: België, Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië, Ierland, Letland, Malta, Polen, Portugal, Slovenië, Spanje en Zweden. 
Uit de hoeveelheid illegale onderschepte transporten en de geconstateerde tekortkomingen blijkt dat samen handhaven van de Europese regelgeving op afvaltransporten noodzakelijk is. De Europese regelgeving voor grensoverschrijdende afvaltransporten geldt namelijk voor alle lidstaten. Er zijn dus geen verschillende regels per land. Wel is elke lidstaat zelf verantwoordelijk voor de handhaving. Daarbij bestaan echter momenteel nog onderling grote verschillen. In juni 2005 verschijnt een rapport met de tussentijdse resultaten en in juni 2006 verschijnt het eindrapport.  
 
bron:VROM

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular